Rechercher dans ce blog

Saturday, August 27, 2022

Is het einde van dubieuze medische onderzoeken in niet-westerse landen in zicht? - Volkskrant

De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa bezoekt een lab in 2021. Beeld Gallo Images via Getty Images
De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa bezoekt een lab in 2021.Beeld Gallo Images via Getty Images

In 1996 testte farmaceut Pfizer het nieuwe antibioticum Trovin uit op kinderen in Nigeria tijdens een grote epidemie van hersenvliesontsteking. Het werd een drama. Van de tweehonderd kinderen die meededen aan het onderzoek, overleden er elf binnen een maand. Anderen kregen ernstige bijwerkingen zoals leverschade. Later bleek dat veel ouders niet wisten dat het middel experimenteel van aard was, anders dan de reguliere medicijnen die ze bij het naastgelegen kamp van Artsen zonder Grenzen konden krijgen. Toestemmingsformulieren konden velen niet lezen vanwege hun ongeletterdheid en de mondelinge toelichting die ze kregen was vaak summier en ondoorgrondelijk.

Het zijn praktijken die ethische commissies in Europa of de Verenigde Staten nooit zouden goedkeuren, maar die makkelijker onder de radar blijven op plekken waar toezicht en rechten van proefpersonen slechter geregeld zijn. De Trovintragedie staat niet op zichzelf. De weg van wetenschappelijke kennis is geplaveid met studies waarbij zogeheten ‘ethische dumping’ plaatsvond in regio’s als Afrika en Azië. Het probleem is ook breder dan alleen de medische wetenschap, het raakt bijvoorbeeld ook de archeologie en antropologie. Denk aan het fameuze British Museum in Londen, dat vol staat met controversiële objecten die landen als Egypte en Griekenland al decennialang terugeisen. Of aan de inheemse San-bevolking uit zuidelijk Afrika, die nog geregeld met het denigrerende ‘bosjesmannen’ aangeduid wordt in wetenschappelijke publicaties.

Labfaciliteiten

De laatste tijd waait een andere wind in de academische wereld. Het zelfbewustzijn van veel niet-westerse landen is gegroeid, in het kielzog van hun sociaal-economische ontwikkeling. De verhouding met bijvoorbeeld voormalige koloniserende landen verandert hierdoor. ‘Wetenschappelijke dekolonisering en meer wederzijds respect horen daarbij’, zegt antropoloog Tâm Ngô van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Niod). De geboren Vietnamese onderzoekt onder meer hoe slachtoffers uit de Vietnamoorlog alsnog geïdentificeerd kunnen worden door moderne dna-technieken. ‘In ons project is een flinke discussie gaande over wie de botresten mag onderzoeken. Vroeger zou dat automatisch in het Westen gebeuren, nu zeggen ze in Vietnam: wij hebben ook goede labfaciliteiten, het moet hier gebeuren.’

‘Het past bij de tijdgeest’, zegt ook hoogleraar methodologie en integriteit Lex Bouter (Vrije Universiteit). ‘Gelijkheid, diversiteit en inclusiviteit krijgen tegenwoordig veel meer aandacht. Op een integriteitscongres in Kaapstad waar ik in juni was is nog gewerkt aan een statement over deze thema’s.’

Ook grote wetenschappelijke tijdschriften krijgen zogenoemde ‘ethische dumping’ steeds meer in het vizier. Een sprekend voorbeeld hiervan is een recent ferm statement van Nature Portfolio, de waaier van wetenschappelijke vakbladen die onder toptijdschrift Nature hangen. Het moet maar eens afgelopen zijn met wetenschappelijke uitbuiting van niet-westerse landen, schrijven de Nature-redacteuren: ‘De erfenis van uitsluiting moet ontmanteld worden.’

Voortaan willen ze dat auteurs vragen beantwoorden over ethische aspecten en inclusie als ze werken in minder ontwikkelde landen. Zoals: hoe zijn lokale onderzoekers betrokken? Mochten ze meedenken over de studie-opzet en zijn ze ook medeauteur op de publicatie? En in hoeverre zijn dierexperimenten uitgevoerd die in het Westen verboden zijn? Andere grote tijdschriften zoals The Lancet en het British Medical Journal kennen vergelijkbare ontwikkelingen.

De aangescherpte ethische koers van Nature en andere vakbladen volgt veelal de Global Code of Conduct for Research in Resource-Poor Settings. Deze gedragscode uit 2018 komt weer voort uit een door de Europese Unie (EU) gefinancierd project waarin wetenschappers wereldwijd zich bogen over de vraag hoe je wetenschappelijke uitbuiting kunt voorkomen. Hierin staat bijvoorbeeld dat, naast westerse commissies, ook een lokale ethische commissie goedkeuring moet geven aan een onderzoek.

Een ander belangrijk punt is dat de lokale bevolking profiteert van de uitkomsten. Profiteren betekent bijvoorbeeld dat medicijnen die in een Afrikaans land getest worden, na afloop van de studie ook beschikbaar komen in dat land. En niet dat ze onbetaalbaar zijn, zoals bij hiv-medicatie jarenlang het geval was. Een ander voorbeeld van hoe het niet moet is het coronavaccin van Janssen. Dat werd onder meer getest en vervolgens geproduceerd in Zuid-Afrika, maar het merendeel van de gemaakte vaccins ging vervolgens naar Europa en de VS.

Dat nu ook tijdschriften de Global Code onderschrijven, is het sluitstuk in een breder proces, zegt Michael Makanga, die aan de gedragscode meeschreef. Makanga is directeur van het European & Developing Countries Clinical Trials Partnership in Den Haag. Dit EDCTP is een door de EU opgezette organisatie die medisch-wetenschappelijk onderzoek financiert voor armoedegerelateerde ziekten, zoals malaria, hiv en ebola. ‘Nu is het hele onderzoekstraject afgedekt, van opzet tot publicatie. Veel financiers eisten namelijk al dat subsidieaanvragers zich aan de gedragscode hielden.’ Ook het Nederlandse NWO, dat namens de overheid wetenschappelijke projecten financiert, verlangt dit sinds twee jaar bij bepaalde subsidieprogramma’s.

De strengere eisen van tijdschriften en subsidieverstrekkers zijn niet slechts voor de bühne, maar juist een belangrijke stok achter de deur, zegt integriteitsexpert Bouter. ‘Ze verminderen de vrijblijvendheid.’ Niet alle onderzoekers of farmaceutische bedrijven zullen immers even welwillend zijn. Maar ze moeten nu wel, legt de hoogleraar uit, omdat het voor hen belangrijk is om in toptijdschriften te publiceren. ‘Eenzelfde verschuiving zag je ook bij het delen van onderzoeksgegevens, dat tijdschriften eerder al stimuleerden. Dat was zeldzaam, nu is het de standaard.’

De emancipatie van voormalige ontwikkelingslanden gaat ondertussen verder, weet Radboudumc-hoogleraar Teun Bousema, die malariaonderzoek doet in onder meer Ethiopië en Oeganda. ‘De Bill en Melinda Gatesstichting (een grote filantropische organisatie, red.) geeft bijvoorbeeld tegenwoordig geld rechtstreeks aan instituten uit gebieden waar malaria heerst. Die instellingen kunnen vervolgens zelf bepalen of ze daarmee een westers instituut inhuren, en welke precies.’ Dat vraagt wel om aanpassingsvermogen, benadrukt Bousema. ‘Opeens moeten wij nu onze meerwaarde bewijzen.’

Malaria-onderzoek

Een goede ontwikkeling, vindt hij, omdat landen hierdoor beter een eigen, onafhankelijke onderzoeksinfrastructuur kunnen opzetten. Dergelijke capacity building, in ontwikkelingsjargon, ziet hij ook nadrukkelijk als zijn taak als wetenschapper. Dat gaat verder dan alleen lokale wetenschappers coauteur laten zijn op een artikel. ‘Ik zet in op langdurige samenwerkingen met lokale instellingen. Meer dan de helft van mijn promovendi heeft een Afrikaanse nationaliteit. En een oud-promovendus heeft inmiddels een eigen onderzoeksgroep in Ethiopië. Ik probeer hem nu te blijven ondersteunen, bijvoorbeeld bij het schrijven van subsidieaanvragen.’

Toch blijft er nog een wereld te winnen. Zo zijn (financiële) machtsverschillen lastig weg te nemen. Corona bijvoorbeeld heeft landen bezuiden de Sahara financieel harder getroffen dan Europa en de VS. Daardoor zijn ook de budgetten van lokale ethische commissies soms gedecimeerd, vertelt EDCTP-directeur Makanga. Ook blijven er grote verschillen in opleidingsniveau. Bousema: ‘Veel jonge Nederlandse onderzoekers hier rollen van het vwo naar de universiteit en in een promotietraject. Sommige van mijn Afrikaanse promovendi moesten als kind 10 kilometer naar school lopen. Zij moeten van zo veel verder komen.’

Ook de dagelijkse onderzoekspraktijk is weerbarstiger dan het theoretische ideaal van gedragscodes en richtlijnen. Bousema vertelt hoe Japanse onderzoekers vorig jaar ontdekten dat sommige malariaparasieten in Oeganda resistent waren geworden tegen een veelgebruikt malariamedicijn. Die voor de volksgezondheid belangrijke bevinding deelden ze niet met de lokale autoriteiten. ‘Zij hoorden dit pas toen de publicatie verscheen in het New England Journal of Medicine (een medisch toptijdschrift, red.), ruim een jaar later. Dat kan eigenlijk niet meer, in de 21ste eeuw.’

En wat te doen, ten slotte, met gepubliceerd onderzoek dat volgens de huidige standaarden niet meer door de beugel kan? ‘Dit soort lastige dilemma’s bespreek ik ook vaak met mijn studenten. Ik heb er geen simpel antwoord op’, zegt integriteitshoogleraar Bouter. ‘Als lokale onderzoekers te weinig credits krijgen, lijkt het me onzinnig om de bevindingen te negeren. Bij de de nazi-experimenten uit de Tweede Wereldoorlog is dat heel anders. Maar waar ligt de grens? Je wilt ook niet dat de bijdrage van proefpersonen aan ethisch dubieuze studies helemaal voor niets is geweest.’

Driemaal ethisch dubieus onderzoek

- Zeker 250 Indiase vrouwen overleden aan baarmoederhalskanker in Amerikaans gefinancierd onderzoek naar een nieuwe manier om de ziekte tijdig te herkennen, begin deze eeuw. De slachtoffers zaten in de controlegroep en hadden geen alternatieve screening aangeboden gekregen. Was de studie in de Verenigde Staten uitgevoerd, dan was zo’n alternatief verplicht geweest.

- Genetici van de Amerikaanse Harvard University verzamelden in de jaren negentig duizenden bloedmonsters van inwoners in de arme Chinese provincie Anhui. De onderzoekers kregen miljoenen subsidie van een farmaceutisch bedrijf, dat eigenaar werd van de genetische databank. Proefpersonen profiteerden niet mee, sommigen wisten überhaupt niet dat ze meededen aan wetenschappelijk onderzoek.

- Eind 19de eeuw vond de Nederlandse arts en paleontoloog Eugene Dubois in toenmalig Nederlands-Indië botresten van de Javamens, een voorloper van de moderne mens. Dubois liet de opgravingen doen door dwangarbeiders. De Javamens is nu een van de pronkstukken van museum Naturalis, maar past beter in een Indonesisch museum, vinden sommige roofkunst-experts.

Adblock test (Why?)


Is het einde van dubieuze medische onderzoeken in niet-westerse landen in zicht? - Volkskrant
Read More

No comments:

Post a Comment

Krijg de pokken, zou ik bijna willen roepen - Telegraaf.nl

[unable to retrieve full-text content] Krijg de pokken, zou ik bijna willen roepen    Telegraaf.nl Een 'individuele keuze' over v...