Terwijl India nog kampt met het rondrazende coronavirus steekt ook een andere ziekte de kop op in het land: Mycormycosis. Deze infectie staat beter bekend als de zwarte schimmel en is levensgevaarlijk.
Slechts een paar weken terug was het grote crisis in India wegens een explosie aan coronagevallen. Op de piek raakten meer dan 400.000 mensen op één dag besmet. Ziekenhuizen lagen overvol en er was een groot gebrek aan zuurstof. Sommige mensen stierven op de parkeerplaats van een ziekenhuis.
Mycormycosis
Inmiddels is de daling ingezet en heeft India gemiddeld nog 185.000 besmettingen per dag. Nog zo’n 2 miljoen mensen zijn besmet. Inmiddels is er echter een ander probleem: de zwarte schimmel. Dit is een schimmel die in India sowieso al vaker voorkomt. De helft van alle infecties met mycormycosis wereldwijd vindt al in India plaats. Het aantal gevallen is nu echter omhoog geschoten.
De schimmel is zeer agressief en komt met name voor bij diabetespatiënten. Experts denken dat de uitbraak van de zwarte schimmel komt omdat veel diabetici niet meer worden geholpen vanwege de COVID-situatie. De schimmel is niet besmettelijk, maar komt wel binnen via neus, mond of ogen. Er zijn zo’n 12.000 gevallen bekend.
Zwarte schimmel
De ziekte kan veel schade aanrichten in het lichaam. Waar het zich nestelt, wordt de bloedtoevoer gestopt. De huid en de organen sterven dan af. Zo kunnen onder meer hersenen, longen, de ogen en de neus worden aangetast. Veel patiënten krijgen een donkere verkleuring op de huid van het afsterven van het vlees. De schimmel dankt zijn naam ‘zwarte schimmel’ daar aan.
Vooral voor coronapatiënten betekent een infectie met de zwarte schimmel de dood. Beide ziektes tasten namelijk de luchtwegen aan. Tevens krijgen coronapatiënten corticosteroïden als medicijn, wat het immuunsysteem verder verzwakt. 80 tot 90 procent van de mensen die de schimmel krijgt en niet wordt behandeld, overlijdt.
Verminking
Tot nu toe zijn er 300 patiënten overleden aan de zwarte schimmel, die normaal kan worden behandeld met antischimmelmedicatie. Die medicijnen zijn er nu echter amper. Patiënten die wel overleven hebben kans om hun hele leven verminkt te blijven, wanneer bijvoorbeeld het oog is aangetast, of moeten verder leven met schade aan organen.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Terug naar normaal Met vakantie en daarna de basismaatregelen afschaffen – de zomer zou een kantelpunt kunnen zijn. Of toch niet.
Versoepelingen in het vooruitzicht, het vaccinatietempo omhoog – de zomermaanden zouden weleens het kantelpunt in de corona-epidemie kunnen zijn. Sterker nog, na de zomer zouden mogelijk zelfs de basismaatregelen, zoals anderhalve meter afstand, handen wassen, mondkapjes op, losgelaten kunnen worden. Is het optimisme over het einde van de epidemie terecht?
Drie factoren die het einde voorspellen…
VACCINEREN, VACCINEREN, VACCINEREN
De GGD’s en huisartsen vaccineren nu heel snel. Sinds maandag worden mensen die geboren zijn in 1980 (40 of 41 jaar) al opgeroepen om een afspraak te maken voor hun eerste prik. Tot nu toe hebben 2,6 miljoen mensen twee prikken gehad, 6,3 miljoen mensen hun eerste prik.
Aangezien de vaccins goed beschermen tegen een ernstig verloop van Covid-19, verdwijnt de dreiging van de ziekte. Het ene vaccin is iets effectiever dan het andere. Na bijvoorbeeld twee vaccinaties met BioNTech/Pfizer wordt nog maar 5 procent van de besmette mensen ziek. Na twee Moderna-prikken is dat 6 procent, na de prik met het Janssen-vaccin 33 procent, en na twee AstraZeneca-prikken 40 procent.
De effectiviteit drukt de aantallen zieke mensen zo sterk naar beneden dat nu al geen sprake meer is van oversterfte – mensen die sterven aan de gevolgen van Covid-19.
Er worden nog wel dagelijks Covid-19-patiënten opgenomen in de ziekenhuizen, maar elke dag minder dan de dag ervoor – en er worden er ook elke dag meer mensen uit het ziekenhuis ontslagen dan er binnenkomen. Daardoor daalt het aantal Covid-19-patiënten gestaag en kunnen speciale Covid-19-afdelingen weer dicht.
MINDER BESMETTINGEN, OOK BIJ JONGE MENSEN
Het aantal besmettingen, ook bij jonge gezonde mensen, daalt eveneens. In de week tot 25 mei werden nog 25.000 (3.500 per dag, en 10,4 procent van alle geteste mensen) mensen positief getest, maar een week eerder waren dat er 35.000 (5.000 per dag en 12,2 procent van alle geteste mensen).
Het seizoen zal van invloed zijn – bij mooi weer maakt het virus steeds minder kans. Maar het grote aantal gevaccineerden (37 procent van de bevolking heeft al één prik gehad) zal de verspreiding ook remmen.
VACCINATIEBEREIDHEID LIJKT GROOT TE ZIJN
De bereidheid om te vaccineren lijkt ook groot, blijkt uit de twaalf enquêtes die het RIVM heeft gehouden. In de laatste, in de week van 5 tot 9 mei, zei 90 procent van de deelnemers zich te willen laten vaccineren tegen het virus. Van de 25 tot 39-jarigen wil 82 procent dat, van de 70-plussers 98 procent. Jongeren onder de 25 jaar zijn niet gevraagd.
…én drie factoren die de ‘teruggang naar het normale leven’ in gevaar kunnen brengen
NIEUWE VIRUSVARIANTEN
Demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) hield afgelopen weekend in WNL op Zondag wel een paar slagen om de arm. Eén daarvan was: er moeten geen nieuwe varianten komen die de barrière van de vaccins weten te doorbreken. Dat is een onzekere factor, want nu al zijn er varianten die steeds een paar procentjes van de effectiviteit van vaccins afsnoepen.
Dat lijkt bijvoorbeeld het geval bij de Indiase variant. Eerder was een eerste dosis van BioNTech/Pfizer – waarvan er eigenlijk twee nodig zijn – al buitengewoon effectief. Een Brits onderzoek van Public Health England, dat overigens nog moet worden beoordeeld door vakgenoten, suggereert dat bij de Indiase variant die eerste prik veel minder goed werkt; na volledige vaccinatie is het vaccin nog wel ongeveer even effectief. Het toont aan hoe mutaties de effectiviteit van vaccins onder druk kunnen zetten. In het Verenigd Koninkrijk, dat wereldwijd tot de vaccinatiekoplopers behoort maar ook langer wacht met het zetten van een tweede prik, loopt het aantal positieve tests ondertussen op, het aantal ziekenhuisopnames daalt niet langer meer.
DE HOOGTE VAN DE VACCINATIEGRAAD
Een ander probleem met de virusvarianten: er duiken steeds nieuwe op die net iets besmettelijker zijn. En hoe besmettelijker een variant is, hoe hoger de vaccinatiegraad moet zijn om ervoor te zorgen dat een uitbraak ‘vanzelf’ op een muur van beschermde mensen botst en wordt gestopt. Bij de ‘oude variant’, die tot december in Nederland dominant was, zou daarvoor ongeveer 65 procent van de mensen beschermd moeten zijn. Voor de Britse variant, die besmettelijker is, is dat al opgelopen tot zo’n 75 procent. De Indiase variant zou weleens nóg besmettelijker kunnen zijn.
Een op de tien Nederlanders laat zich niet vaccineren. Die mensen wonen vaak dicht op elkaar: zo ligt de vaccinatiegraad onder 65-plussers in gemeenten in de Biblebelt flink lager dan in de rest van het land, blijkt uit cijfers van het RIVM. Ook in wijken waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen lijkt de opkomst lager. In die gebieden kan het virus zich snel verspreiden.
De vraag is dan hoeveel ziekenhuisopnames dat oplevert – waarschijnlijk niet zo veel als afgelopen jaar. Maar de ziekenhuizen zijn nog maandenlang bezig met het inhalen van de zorg die uitgesteld moest worden vanwege de vele Covid-19-gerelateerde opnames. Ook kan, door het afschaffen van de lockdown, het aantal grieppatiënten weer toenemen. Een kleiner Covid-19-golfje zou daardoor dit najaar toch nog de druk op de ziekenhuizen kunnen opvoeren.
Smeer je in met minimaal factor 30 en zoek op tijd de schaduw op; het zijn de voor de hand liggende tips die je overal kunt vinden, maar wat moet je doen als het al te laat is? We vragen het aan dermatoloog Menno Gaastra. Hij vindt het goed dat die vraag gesteld wordt. "Niks menselijks is ons vreemd", zegt hij aan de telefoon – vanaf een terras.
UV-index op 7
Toch nog even een waarschuwing. Het is extra opletten deze week. De terrassen zijn eindelijk open en nu ook nog de zon gaat schijnen wil je ervan genieten ook. Maar de zon is krachtig, al merk je dat misschien niet door de wat kouder aanvoelende noordenwind. Ook de komende week waarschuwt het KNMI voor de hoge zonkracht. "Geniet, maar verbrand niet", twitterde het RIVM. De verwachting voor de komende dagen:
Beschermreactie
Om te weten wat je moet doen als je verbrand bent, is het goed om te begrijpen wat er met je huid gebeurt bij te veel zonstraling. "Wat je bij verbranding ziet, is dat er forse irritatie optreedt in je huid", zegt Gaastra. "Vandaar dat je huid rood wordt en gaat zwellen."
Die roodheid en die zwelling is een beschermreactie van het lichaam. Na een paar dagen gaat je huid vervellen. Dat komt omdat je opperhuid is opgerekt. "Dat heeft te maken met je bloedvaatjes die uitgezet zijn geweest. Vergelijk het met een shirtje dat te strak zit. Als je afvalt dan gaat je shirt losser zitten."
Op het moment dat je lang zo in de zon hebt gezeten, dan heeft je huid 'ontzettend op zijn sodemieter gehad', zegt Gaastra. Je huid wil wel afkoelen, maar dat lukt niet goed. Tegelijk is je huid enorm uitgedroogd. "Hoe meer vocht je verdampt, hoe droger je huid wordt. En je huid heeft het al moeilijk en wordt daardoor nóg gevoeliger voor irritatie."
Aftersun op waterbasis
Daarom is het zo belangrijk om te smeren. Niet alleen vóórdat je gaat zonnen, maar ook daarna. Dat is meteen de eerste tip. "Je wil die droogheid tegengaan zonder dat je huid er warmer van wordt. Een middel als aftersun werkt dan goed: de warmte kan er uit, en het is vettig."
In het algemeen geldt: een aftersun op waterbasis is prima. "Je kunt ook de aftersun in de koelkast zetten, dan werkt extra verkoelend", zegt de arts.
Als er blaren verschijnen dan spreek je van brandwonden, vertelt Annabel Snoeks, brandwondenarts in het Brandwondencentrum Beverwijk. "Vaak zie je eerst die roodheid, het kan zijn dat je in de loop van de avond kleine bobbeltjes krijgt en daarna blaren." Die blaren vind je doorgaans op de oren, op de schouders en bovenop de rug.
Ga niet aan de blaren zitten, dus prik ze niet door. Neem als het nodig is een paracetamol. De huid eerst koelen met lauw stromend water, bijvoorbeeld onder de douche, is ook aan te raden.
Zoek echt even de schaduw op
De volgende tip ligt voor de hand. Ga echt in de schaduw zitten. Let overigens op: ook als je de hele dag onder de parasol zit kun je verbranden, omdat die vaak nog een deel van het licht doorlaten.
"En ook als je een katoenen shirtje draagt, blaast de zon er gewoon doorheen", zegt Gaastra. Brandwondenarts Snoeks zegt hetzelfde.
Douchen? Voor de huid niet per se goed
's Avonds springt iedereen massaal onder de douche om al die crèmes en het zweet af te spoelen. Logische gedachte, maar voor de huid is dat een minder goed idee. "Als je veel in het water zit, merk je dat je huid rimpelig wordt. Hoe kalkhoudender het water, hoe meer je huid uitgedroogd", zegt Gaastra.
En dat uitdrogen willen we nou net voorkomen. Kort douchen is het devies. En niet te warm, vult de dermatoloog nog aan. Je huid wil het juist koel hebben.
Laat zeep en shampoo staan
Nog iets: die vettige crèmes afspoelen met zeep en shampoo, dat klinkt begrijpelijk maar de huid gaat er '100 keer zo hard' van achteruit. "De beschermende vetlaag, die je zweet- en talgklieren hebben aangemaakt, spoel je dan grotendeels weg. Je moet er echt voor zorgen dat je je huid niet verder irriteert, dus niet te lang te douchen en geen ontvettende middelen gebruiken."
Let wel op: bij brandwonden is het wél belangrijk om de wond schoon te houden, zegt brandwondenarts Snoeks. "Zeep gebruiken is dus niet per definitie slecht."
De dagen nadat je huid is verbrand, is het belangrijk om de huid goed te laten genezen. Als je erg verbrand bent, is het verstandig om een week niet de zon in te gaan - of je tenminste goed aan te kleden.
Meest voorkomende soort kanker
Want, toch nog even over het gevaar: huidkanker ligt op de loer. "Huidkanker is bij 80 procent van de mensen goed behandelbaar, maar het kan ook hele nare gevolgen hebben en plaatselijk grote ellende opleveren. Uiteindelijk is het de meest voorkomende vorm van kanker. 1 op de 5 mensen krijgt het. Het heeft veel impact. Ook op ons zorgsysteem. En het is goed te voorkomen."
Voorkomen dus. Wil je weten hoe snel je verbrandt bij welke zonkracht? Check het hier:
In 2019 rookten maar liefst 1,1 miljard mensen wereldwijd. Een triest hoogtepunt. Bovendien is een groeiend aantal jonge rokers verslaafd geraakt: bijna 90 procent van de jonge rokers is op 25-jarige leeftijd verslaafd aan roken, zo blijkt uit een recent onderzoek dat is gepubliceerd in The Lancet.
Of behoor jij tot de kwart rokers die in de coronacrisis méér is gaan roken, maar wil je nu graag stoppen met roken? Helaas is stoppen met roken alles behalve eenvoudig. Slechts 3 procent van de rokers slaagt erin om zonder hulp definitief te stoppen met roken. Onderzoek heeft aangetoond dat de kans van slagen stijgt als je ook gebruik maakt van persoonlijke ondersteuning, eventueel in combinatie met nicotinevervangers.
Voor dit artikel werkten we samen met Gezondheidsplein.nl en Dokterdokter.nl. Daar vind je nog veel meer artikelen over gezondheid, gecontroleerd door artsen en medisch specialisten.
Laat je hierdoor niet uit het veld slaan. Als je echt wil, gaat het lukken. Hierbij een aantal tips die het stoppen iets minder moeilijk maken:
Deel je goede voornemen
Houd je goede voornemen niet voor jezelf, maar vertel het aan anderen. Zij kunnen je dan steunen en zijn ook je stok achter de deur: als je niet doorzet, moet je dat immers ook weer opbiechten.
Zoek motivatie om écht te willen stoppen en schrijf deze op
Doe pas een stoppoging als je bent gemotiveerd om écht te stoppen. Denk niet: ik rook nu al zo lang, de schade is nu toch al aangericht. Het is namelijk nooit te laat om te stoppen met roken. Ook op korte termijn zal je positieve lichamelijke effecten merken, zoals een dalende bloeddruk en makkelijker kunnen ademhalen. Schrijf dit soort redenen op zodat je op moeilijke momenten deze lijst erbij kan pakken om jezelf nieuwe motivatie te geven.
Beloon jezelf van het bespaarde geld
Leg het geld dat je normaal uitgeeft aan sigaretten opzij en bedenk alvast wat je met al dat uitgespaarde geld gaat doen. Een mooie beloning om naar uit te kijken.
Prik een datum
'Binnenkort ga ik stoppen.' Nee, niet vaag blijven: prik een datum. Kies bijvoorbeeld een datum die voor jou bijzonder is. En neem bij voorkeur een vrije dag, zodat je iets leuks kunt gaan doen.
Nicotineaanslag laten verwijderen
Als je niet meer rookt, krijg je ook geen rookaanslag meer op je gebit. Maak - zodra je stopt - een afspraak met de tandarts voor ongeveer een maand na het stoppen om de aanslag te laten verwijderen. Zo wordt je inzet beloond met een mooi fris gebit.
Doorbreek de cirkel
Vaak is het roken van een sigaret gekoppeld aan bepaalde momenten, zoals koffiedrinken of het drinken van een glaasje wijn. Het zorgt er ook voor dat je alleen al door het drinken van koffie of alcohol zin krijgt in een sigaret. Probeer hier dus ook wat minder van te nemen: dat doorbreekt de cirkel.
Bouw gebruik nicotinepleisters af
Nicotine uit een pleister is beter dan een sigaret. Als je een sigaret rookt, krijg je in één keer een dosis nicotine binnen. Een nicotinepleister geeft daarentegen een geleidelijke, constante dosis af. Bovendien krijg je met nicotinepleisters geen andere schadelijke stoffen binnen als teer en koolmonoxide, die je wel via sigaretten binnenkrijgt.
De infectie wordt veroorzaakt door een veelvoorkomende schimmel. Normaal zijn die niet bedreigend, maar in India worden mensen nu toch ziek. De sporen komen in het lichaam via de neus, mond of ogen. Het gaat om een zeer agressieve schimmel, waarbij snel moet worden ingegrepen. Wie geïnfecteerd raakt, kan te maken krijgen met gevoelloosheid in het gezicht, zwellingen of een bloedneus. Sommigen gaan ook onscherp zien of verliezen het gezichtsvermogen helemaal.
"Waar de schimmel komt, rot het vlees weg", zegt de Indiase KNO-arts Atul Mittal. "Hoe dat in z'n werk gaat? De bloedtoevoer naar het gebied neemt af. En als de bloedtoevoer afneemt, wordt het dood vlees".
Exponentiële toename
Mittal is bekend met mucormycosis. Ook al is het zeldzaam, de ziekte kwam altijd al voor in India. Wereldwijd vindt de helft van alle infecties met zwarte schimmel plaats in dat land. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het vochtige klimaat, maar ook met grote aantal diabetespatiënten. Diabetes verzwakt het afweersysteem, waardoor de schimmel meer kans krijgt. De KNO-arts ziet het aantal gevallen toenemen: "Het is geen nieuw onderwerp voor ons. Het was hier eerder, maar de stijging van het aantal gevallen is nu exponentieel."
Er zijn nu al zeker 11.000 gevallen in India. Coronapatiënten zijn nog eens extra bevattelijk voor de infectie. Zij krijgen corticosteroïden als medicijn en dat verzwakt het immuunsysteem nog eens verder. Sommige patiënten lopen de infectie op als ze nog ziek zijn, anderen als ze al zijn hersteld van corona.
Verwoestende ziekte
Zonder behandeling overlijdt 80 tot 90 procent van de mensen in India die een infectie met zwarte schimmel oploopt. "Het is een verwoestende ziekte", zegt de KNO-arts. Wie wel wordt behandeld, heeft een veel grotere kans om te overleven. Toch sterft van hen ook nog 30 tot 40 procent. En veel mensen die pas laat naar een arts gaan raken ernstig verminkt.
"Soms is het oog aangetast, dan moet je de oogbol helemaal verwijderen", zegt Mittal. "En soms de bovenkaak of de onderkaak, je moet dan de volledige kaak verwijderen. Het is geen erg mooi cosmetisch werk. Maar het is noodzakelijk om het grootste deel van het dode weefsel te verwijderen."
Dure medicijnen
Er zijn medicijnen tegen de infectie. Die werken goed als je er snel bij bent. Maar die medicijnen zijn duur voor mensen in India: 40 euro per dag en ze moeten acht weken lang worden toegediend. KNO-arts Atul Mittal hoopt dan ook vooral dat met de afname van het aantal coronabesmettingen ook het aantal infecties met zwarte schimmel gaat afnemen.
Zo’n veertig procent van de patiënten met langdurige psychotische aandoeningen zoals schizofrenie, herstelt tegen de maatschappelijke verwachting in behoorlijk goed. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek dat afgelopen maand werd gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift The British Journal of Psychiatry.
De studie is volgens de onderzoekers een wereldwijde primeur, omdat niet eerder zo’n grote groep patiënten (2327 mensen die in behandeling zijn bij vier ggz-instellingen in Noord-Nederland) zo lang werden gevolgd: elf jaar in totaal, zowel als het gaat om symptomatisch als persoonlijk en maatschappelijk herstel.
De veertig procent is op bijna al deze vlakken hersteld na een voor de één kortere en de ander wat langere periode, blijkt uit de in totaal 11 duizend tussentijdse metingen die de onderzoekers analyseerden. Ze scoren op geluk een zeven, hebben sociale contacten, en ervaren zingeving. Werk en studie blijven wél een probleem.
Netwerk
Het gaat om patiënten die thuis wonen en hulp krijgen van ambulante teams in de geestelijke gezondheidszorg. Deze patiënten zijn al jarenlang in behandeling (gemiddeld 13 jaar) en verliezen in veel gevallen een groot deel van hun netwerk. Zowel binnen de ggz als in de samenleving wordt vaak somber gedacht over hun mogelijke herstel.
De zogeheten ‘herstelbeweging’ in de ggz, bestaand uit patiënten en hulpverleners, vraagt al jaren aandacht voor de stigma’s rond deze groep. In een dit voorjaar verschenen boek kwam ervaringdeskundige Anita Hubner bijvoorbeeld op voor de groep patiënten die na psychoses, net als zij, te horen kregen dat hun leven min of meer voorbij zou zijn.
Deze studie is voor de herstelbeweging een steuntje in de rug, ziet ook hoofdonderzoeker Stynke Castelein. “Dit zijn keiharde cijfers”, zegt de hoogleraar herstelbevordering aan de Rijksuniversiteit Groningen en hoofd onderzoek bij de ggz-instelling Lentis. “Er gaat ontzettend veel potentieel verloren. Deze mensen kunnen veel meer dan tot nu toe was aangetoond.”
Bang
Nederland telt ongeveer 210.000 patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (epa), waarvan het overgrote deel psychotische aandoeningen heeft. “Deze groep heeft vaak wel zorg nodig om stabiel te blijven, maar dat betekent niet dat ze nooit meer kunnen werken of studeren, aldus Castelein. “Werkgevers zijn bang dat deze mensen snel uitvallen, maar uit het onderzoek blijkt dat juist 90 procent een jaar later nog steeds even goed hersteld is.”
Tegelijkertijd blijkt uit de studie dat een kleine groep heel slecht herstelt, zo’n één op de vijf patiënten, en dat er voor hen weinig hoop op verbetering is. Voor de middenmoot – de patiënten die gedeeltelijk herstellen – geldt dat er een iets grotere kans is dat het een jaar later beter met hen gaat (ongeveer 10 procent), dan slechter (5 procent).
“Wat we hier als psychiaters van leren, is dat er reden is om hoop te hebben, en hoop te geven aan patiënten”, zegt Elnathan Prinsen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. “Want ik zal niet ontkennen dat er hulpverleners zijn die verbaasd zullen over dit herstelpercentage.”
Dat zit volgens hem vooral in de oudere generatie, die anders zijn opgeleid, met minder aandacht voor herstel. Castelein: “Het gaat vooral om ánders kijken naar herstel. Vroeger gold misschien dat als iemand op één gebied, zoals werk, niet helemaal kon meekomen, diegene niet hersteld werd genoemd. Maar dat doet, blijkt uit dit onderzoek, geen recht aan de realiteit.”
Volgens de hoogleraar is het vooral belangrijk dat de visie op herstel verbreed wordt, dus dat hulpverleners naast de behandeling van symptomen kijken wat patiënten nog meer nodig hebben voor hun herstel. Prinsen is het daarmee eens, hoewel hij ervoor wil waken dat de psychiaters ook maatschappelijk werkers en geestelijk verzorgers tegelijk worden.“Dokters zijn niet goed in schuldsanering, maar kunnen wel meer samenwerken met het sociaal domein.”
Lees ook:
Maatschappelijk meekomen is moeilijk, voor patiënten met ernstige aandoeningen
Toen Stynke Castelein haar oratie uitsprak aan de Rijksuniversiteit Groningen, vroeg zij op basis van eerder onderzoek ook aandacht voor het uitblijven van werk voor mensen met een ernstige aandoeningen. “Dat het zo erg is, was nog niet of nauwelijks bekend.”
‘Het stigma op psychische problemen is nog steeds een groot probleem’
Haar psychiater gaf haar bij haar eerste psychose al op. Maar Anita Hubner liet het er niet bij zitten en werkt nu zelf als psycholoog. Ze schreef een boek om het stigma op psychiatrisch patiënten aan te kaarten.
Epidemioloog Alma Tostmann van het Nijmeegse Radboudumc noemt het nog te vroeg om te speculeren over een einddatum van de coronamaatregelen. Minister De Jonge noemde het gisteren "een reëel scenario" dat de mondkapjesplicht en het 1,5 meter afstand houden per 1 september worden losgelaten, maar Tostmann waarschuwt in het NOS Radio 1 Journaal dat er nog veel onzekerheden zijn.
"Ik weet niet of we dat per 1 september al kunnen doen. Het is iets waar we de komende maanden over moeten nadenken, als de cijfers echt zo laag blijven en we niet te veel last krijgen van varianten die roet in het eten gooien." Ze wijst erop dat in Engeland de Indiase variant momenteel veel mensen raakt die nog geen tweede prik hebben gehad.
Tostmann vult aan dat de vaccinatiegraad boven de 80 à 85 procent moet liggen, wil het virus geen kans meer krijgen. Of er strengere maatregelen moeten blijven gelden in gebieden waar dat niet gehaald wordt, zoals de Biblebelt, moet volgens haar worden gewogen door het OMT. "Dat zijn best ingewikkelde vraagstukken."
Volgens Tostmann zal het ook bij versoepelingen nodig blijven om veel te testen. "Op het moment dat er in een bepaald gebied dingen gebeuren die je liever niet ziet, wil je het snel kunnen oppikken. De enige manier waarop dat kan is toch veel te blijven testen."
Veel Surinamers in Nederland maken zich zorgen over de situatie in het moederland, waar de ziekenhuizen nu overvol zijn. Op verschillende plaatsen in Nederland wordt actie gevoerd om familie en vrienden daar te ondersteunen.
Uit gesprekken met medisch specialisten in Suriname, is gebleken dat er een grote behoefte is aan pijnstillend en koortsverlagende geneesmiddelen. Daarom startte SEWA1473 met de actie Paracetamol 4 SU.
Hiermee willen zij de meest kwetsbaarste groep in Suriname voorzien van een doosje paracetamol en de eerste symptomen van het Corona virus verzachten. De actie werd uitgelicht bij het NOS journaal en Nieuwsuur en is hierboven te zien.
Een enkele dosis van het AstraZeneca-vaccin is 'weinig tot niet effectief' tegen de Indiase variant van het coronavirus. Dat concludeert het Franse Institut Pasteur. Een dubbele dosis Pfizer beschermt wel tegen de Indiase mutatie.
Uit de laboratoriumproeven blijkt alleen een iets verminderde effectiviteit van het Pfizer-vaccin. “Ondanks de licht verminderde werking is het Pfizer-vaccin waarschijnlijk dus beschermend”, zegt onderzoeker Olivier Schwartz tegen Frans persbureau AFP.
Één dosis van AstraZeneca 'biedt hoogstwaarschijnlijk zeer weinig bescherming tegen de Indiase en Zuid-Afrikaanse variant', maar werkt wel tegen de Britse variant.
Dat is belangrijk omdat er 8 tot 12 weken zit tussen de eerste en tweede prik van AstraZeneca. Daarom hebben de wetenschappers ook nog niet kunnen bepalen hoe groot de effectiviteit is na de tweede prik.
In Suriname is voor de komende tweeënhalve week een totale lockdown afgekondigd. Voor de ziekenhuizen geldt vanaf maandag code zwart, voor Suriname als land code paars, de hoogste risiconiveaus. Binnen de Surinaamse gemeenschap bestaan er veel zorgen over familieleden die in Suriname wonen.
Sacha Rowling is een arts in een ziekenhuis in Paramaribo. "Mensen komen doodmoe aan, omdat ze al een tijdje niet de goede behandeling hebben gehad." Rowling vindt vooral de jonge leeftijd van de patiënten het heftigst. "Mensen van veertig jaar die een uur na binnenkomst in het ziekenhuis overlijden." Ze vertelt dat er voor deze mensen geen plek meer is op de IC of ruimte voor een ademhalingsapparaat.
Zorgen over familieleden in Suriname
Roy Carter, de presentator van radioshow Mart wordt dagelijks platgebeld door bezorgde luisteraars over de situatie in Suriname. "Wat je hoort is dat mensen zich ernstig zorgen maken om hun naaste", vertelt Carter. Ook Amsterdammers op straat maken zich zorgen. "Ik heb nog een moeder en een oma die daar wonen, dus ik maak me wel zorgen om mijn familie"
Nederland gaat vaccins sturen
Het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid maakte vrijdag bekend tussen de 500.000 tot 750.000 AstraZeneca-vaccins naar Suriname te sturen vanwege de precaire situatie. Die vaccins worden op z'n vroegst eind juni geleverd. "De getallen lopen gigantisch op, dus aan het einde van de maand zijn er alweer zo veel doden bijgekomen. Niet alleen maar dode, maar ook heel zieke mensen", zegt Rowling over de late levering van de vaccins. "Hoe eerder hoe beter."
De Britse radiopresentatrice Lisa Shaw is volgens haar familie overleden aan de gevolgen van bloedklonters nadat ze gevaccineerd werd met het AstraZeneca-vaccin. De bijwerking is uiterst zeldzaam.
Lisa Shaw, die sinds 2015 als presentatrice werkte voor BBC Radio Newcastle, overleed vorige week vrijdag op 44-jarige leeftijd. Enkele weken geleden kreeg ze haar eerste prik van AstraZeneca. Een week na haar inenting kreeg ze zware hoofdpijn en werd ze ernstig ziek. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis waar ze een behandeling kreeg tegen bloedklonters. Haar familie vermoedt dat ze de bloedklonters kreeg als gevolg van haar vaccinatie. Dat wordt momenteel verder onderzocht.
Geen AstraZeneca voor mensen onder de 41 jaar
Bloedklontervorming is een bekende, maar uiterst zeldzame bijwerking van het AstraZeneca-vaccin die vooral jongere mensen, vooral vrouwen, binnen de 14 dagen na toediening van het vaccin treft. In ons land wordt AstraZeneca om die reden niet gegeven aan mensen onder de 41 jaar. In het Verenigd Koninkrijk krijgen mensen onder de 40 jaar indien mogelijk een ander vaccin dan AstraZeneca. Het risico op een bloedklonter als gevolg van het AstraZeneca-vaccin bij veertigers wordt geschat op 1 op 100.000, zo meldt de Britse medicijnwaakhond MHRA. Het risico op overlijden is in alle leeftijdscategorieën ongeveer 1 op 1 miljoen.
Zo'n 30 procent van de ondervraagden geeft aan sinds de coronacrisis minder wilde dieren te eten. Het grootste deel van de mensen, ruim 60 procent, at überhaupt al geen wilde dieren.
Een klein deel van de deelnemers aan het onderzoek zegt juist méér producten van wilde dieren te consumeren.
De meest gekochte wilde diersoorten zijn vogels, slangen en schildpadden. Ook vleermuizen, civetkatten en schubdieren worden genoemd.
Eerste besmettingen op wildmarkt
De eerste besmettingen met het coronavirus vonden plaats op een grote markt in de Chinese stad Wuhan, waar dit soort dieren worden verhandeld. Vermoedelijk is het virus ontstaan doordat het vanuit vleermuizen via een 'tussengastheer' (mogelijk een schubdier) in de mens is gekomen.
Volgens het onderzoek van WNF is er een sterk besef ontstaan dat de interactie tussen mens en dier kan leiden tot ernstige uitbraken van ziekten.
Bijna de helft (46 procent) van de deelnemers van het onderzoek noemt de overdracht van ziekten van dieren op mensen als meest waarschijnlijke oorzaak van toekomstige pandemieën.
Aanpakken handel en ontbossing
De meerderheid van de ondervraagden is van mening dat het voorkomen van toekomstige pandemieën begint met het aanpakken van de onderliggende oorzaken, waaronder de handel in risicovolle wilde dieren en ontbossing.
Vooral Chinezen (91 procent) en Vietnamezen (84 procent) zien de sluiting van wilde dierenmarkten als belangrijkste maatregelen om nieuwe pandemieën te voorkomen.
GGD Friesland laat desgevraagd weten dat op één basisschool in de gemeente Dantumadiel tot nog toe veertien leerlingen en drie leerkrachten positief zijn getest op het coronavirus. Woensdag is er een grote testronde geweest, maandag volgt weer zo’n ronde. ,,Vanwege de incubatietijd moet je meerdere keren testen”, verklaart GGD-woordvoerder Jan Arendz tegen de Leeuwarder Courant.
De GGD wil om privacyredenen niet zeggen om welke school het gaat. Bij De Sprankeling was vrijdagmiddag niemand bereikbaar voor een toelichting.
De Sprankeling is met twee andere basisscholen gehuisvest in Campus Damwâld; bij die andere scholen zouden volgens de uitleg van de GGD geen sprake van corona-clusters zijn. Op dit moment zijn er drie scholen in Friesland met een cluster van minimaal drie besmettingen, meldt de GGD.
Lunch Update
Dagelijks tijdens de lunch een update van het belangrijkste nieuws.
Christelijke basisschool De Sprankeling in Damwâld is al enkele dagen dicht vanwege een corona-uitbraak. Maandag worden opnieuw leerlingen en onderwijzers getest.
GGD Fryslân laat desgevraagd weten dat op één basisschool in Dantumadiel totnogtoe veertien leerlingen en drie leerkrachten positief zijn getest op het coronavirus. Woensdag is er een grote testronde geweest, maandag volgt weer zo’n ronde. ,,Vanwege de incubatietijd moet je meerdere keren testen”, verklaart GGD-woordvoerder Jan Arendz.
De GGD wil om privacyredenen niet zeggen om welke school het gaat. Bij De Sprankeling was vrijdagmiddag niemand bereikbaar voor een toelichting. De Sprankeling is met twee andere basisscholen gehuisvest in Campus Damwâld, daar zouden volgens de uitleg van de GGD geen corona-clusters zijn. Op dit moment zijn er drie scholen in Friesland met een cluster van minimaal drie besmettingen, meldt de GGD.
Door kinderen tussen de 12 en 18 jaar in te enten blijft het coronavirus komende winter makkelijker zonder andere maatregelen onder controle, heeft het RIVM doorgerekend. Modellen laten zien welk effect het vaccineren van die groep heeft op het R-getal vanaf september, blijkt uit de stukken die vorige week op het Catshuis besproken zijn en na de persconferentie van gisteravond zijn vrijgegeven.
"Als alles meezit, kan het reproductiegetal net onder de 1 uitkomen", zei RIVM-modelleur Jacco Wallinga tegen de NOS, vooruitblikkend op komende winter. Daarbij gaat hij uit van de situatie dat alleen volwassenen gevaccineerd worden. Als ook kinderen vanaf 12 jaar worden ingeënt komt het R-getal op de piek volgens de modellen van het RIVM waarschijnlijk rond de 0,85 uit.
Veel hangt daarbij ook af van de vaccinatiegraad. Laat niet 65 procent maar 75 procent van de bevolking boven de 12 zich inenten, dan komt het R-getal mogelijk zelfs niet boven de 0,7. Het R-getal geeft aan hoeveel andere mensen een geïnfecteerd persoon gemiddeld besmet. Blijft het onder de 1, dan krimpt het totale aantal besmettingen.
Varianten
Er zitten wel wat mitsen en maren aan de RIVM-modellen. Een van de aannames is dat alleen de Britse, Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse variant voet aan de grond krijgen in Nederland. Tegen die varianten zijn de huidige vaccins voldoende werkzaam, maar tegen andere, toekomstige varianten mogelijk minder.
Ook gaat het RIVM ervanuit dat mensen die corona hebben gehad niet opnieuw geïnfecteerd raken en dat de bescherming van vaccins de komende periode niet afneemt. Hoe lang een coronavaccin precies bescherming biedt, en of een herhaalprik op een gegeven moment nodig wordt, is nog niet bekend.
Gisteren besloot het Europees Medicijnagentschap (EMA) het gebruik van het Pfizer-vaccin ook goed te keuren voor 12- tot 15-jarigen, eerder was het al goedgekeurd voor gebruik boven de 16 jaar. Of 12- tot 18-jarigen ook daadwerkelijk gevaccineerd zullen worden in Nederland is nog niet besloten. Het demissionaire kabinet wil eerst het advies van de Gezondheidsraad afwachten.
Minister De Jonge van Volksgezondheid wilde er gisteren tijdens de persconferentie niet te veel op vooruitlopen. Volgens hem hangt het onder meer af van de vaccinatiegraad in de rest van de bevolking "of je het echt nodig hebt voor de groepsimmuniteit". Een ander scenario is dat alleen 12- tot 17-jarigen met onderliggende medische problemen gevaccineerd worden.
In andere landen is al wel het besluit genomen om kinderen boven de 12 te vaccineren. In de VS en Canada gebeurt het sinds mei, in Duitsland komt de groep vanaf 7 juni in aanmerking voor een prik.
'Kijken hoe het zich ontwikkelt'
Kinderartsen in Nederland gaven eerder aan voorstander te zijn van het vaccineren van de leeftijdsgroep. OMT-lid Károly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde noemde daarbij vooral het maatschappelijke argument "om zoveel mogelijk mensen in deze maatschappij te vaccineren, zodat zo min mogelijk mensen ziek kunnen worden en we zo snel mogelijk van het virus en de maatregelen af zijn."
Epidemioloog en kinderarts Patricia Bruijning reageerde terughoudender: "We moeten gewoon kijken hoe het virus zich verder ontwikkelt. Als het weer de kop opsteekt, zou het kunnen dat het vaccineren van kinderen nodig is om het virus onder controle te krijgen." Directeur Tedros van de Wereldgezondheidsorganisatie toonde zich kritisch op het vaccineren van kinderen. Rijke landen zouden hun vaccins eerst met arme landen moeten delen voordat kinderen worden ingeënt.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Paraatheid Machteloos moest de wereld in 2020 toezien hoe een nieuwe virusinfectie de wereld over raasde. Meer dan drie miljoen doden en ontwrichte economieën. Wat ging er mis?
Bot gezegd: deze pandemie had voorkomen kunnen worden, concludeert Ellen Johnson Sirleaf, oud-president van Liberia. Samen met oud-premier Helen Clark van Nieuw-Zeeland leidde zij een onafhankelijk panel (IPPPR) dat tot in detail onderzocht of de wereld genoeg heeft gedaan om de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2 te bestrijden. De conclusie van het eindrapport (Covid-19. Make it the last pandemic), dat op 12 mei verscheen, is hard: de internationale waarschuwingssystemen zijn veel te traag voor dit virus. De pandemie, waarvoor deskundigen al jaren hadden gewaarschuwd, overrompelde de wereld alsnog – en bleek niet meer te stoppen.
De analyse van de IPPPR, en met name de „gezaghebbende chronologie” van de vroege respons, laat zien dat het misging op vele niveaus. Als eerste bij de melding van de uitbraak door China, vervolgens bij het alarm slaan door de WHO en ten slotte bij inschatting van de ernst van de situatie door landen overal ter wereld.
Het is nog vroeg – de pandemie die wereldwijd al drie miljoen doden veroorzaakte is nog lang niet ten einde – maar welke lessen kunnen nu al getrokken worden? Het IPPPR-rapport en een interview met viroloog Ab Osterhaus, die veel met China en de WHO heeft samengewerkt, geven een eerste beeld.
1. Ga uit van het ergste
Het internationale alarmsysteem dat de wereld tijdig moet waarschuwen voor pandemieën bleek niet opgewassen tegen een luchtweginfectie die zich zo snel verspreidt als corona, concludeert het IPPPR-rapport. De zorgvuldige stap-voor-stapprocedure die is vastgelegd in de International Health Regulations „werkte eerder belemmerend dan dat het snel ingrijpen mogelijk maakte”. Pas wanneer er voldoende informatie over de ernst van een uitbraak is en er een substantieel risico bestaat dat het zich internationaal zal verspreiden kan de WHO een zogeheten Public Health Emergency of International Concern (PHEIC) uitroepen. Dat is de hoogste staat van alarm, die landen moet aansporen alles in gereedheid te brengen voor de komst van een nieuwe infectieziekte.
Een hoop deskundigen, onder wie ikzelf, hebben de kat even uit de boom gekeken
Ab Osterhaus viroloog
Die conservatieve procedure leidt tot verlies van kostbare tijd om een nieuwe ziekteverwekker nog in te kunnen dammen. Bij uitbraken van nieuwe ziekten die luchtweginfecties veroorzaken zou de WHO het voorzorgsprincipe moeten hanteren, en ervan uitgaan dat het virus besmettelijk is tussen mensen onderling, ook al zijn de precieze details nog niet bekend. Dat zou helemaal moeten gelden als het, zoals nu het geval was, gaat om een infectieziekte waartegen geen gericht medicijn of vaccinatie bestaat. Dus: uitgaan van het allerergste en afschalen zodra er meer informatie beschikbaar komt waaruit blijkt dat dit verantwoord is. Zo kan in ieder geval worden voorkomen dat de WHO – en daarmee de hele wereld – achter de feiten aan blijft lopen.
Een van de problemen in het waarschuwingssysteem is dat er maar één soort officieel alarm is, PHEIC, en dat dit dan meteen het hoogste alarm is. Ruimte voor nuance is er daardoor niet. Dat maakt dat het Emergency Committee dat Tedros adviseerde eerst zeker van de zaak wilde zijn, beaamt viroloog Ab Osterhaus: „Een hoop deskundigen, onder wie ikzelf, hebben de kat even uit de boom gekeken. Als dit virus zich hetzelfde zou gedragen als coronavirussen die SARS en MERS veroorzaakten, heb je niet meteen de hoogste alarmfase, want dan kun je de uitbraak onder controle brengen.”
Volgens Osterhaus bestond er geen twijfel meer toen de PHEIC op 30 januari eenmaal werd afgekondigd: „Elke deskundige weet dat dit het hoogste alarm is vanuit de WHO.” Het uitroepen van de PHEIC leidde echter niet tot een urgente, gecoördineerde mondiale respons. „Veel overheden bleven gewoon afwachten”, zegt Clark van het IPPPR. „Daarom zien wij februari 2020 als een verloren maand waarin de kans om de uitbraak nog in te dammen steeds kleiner werd.”
Testen, testen, testen, werd het adagium. Helaas hebben wij daar in Europa veel te weinig mee gedaan
Ab Osterhaus viroloog
Uiteindelijk riep WHO-baas Tedros op 11 maart de pandemie uit. Dat woord heeft geen juridische betekenis binnen de International Health Regulations, maar het wordt beter begrepen dan het cryptische acroniem PHEIC, dat uitgesproken in het Engels ook nog eens als „fake” klinkt.
PHEIC is bovendien een alarm dat de WHO ook al eerder bij kleinere ziekte-uitbraken had afgegeven, waardoor de ernst ervan misschien niet goed overkwam. Een PHEIC werd eerder uitgeroepen bij de Mexicaanse griep in 2009, de circulatie van poliovirus in 2014, de ebola-uitbraak in West-Afrika in 2014, de zika-epidemie in 2015 en de uitbraak van ebola rond Kivu in 2018. Op de Mexicaanse griep na waren dat allemaal gelokaliseerde uitbraken. De lovende woorden die Tedros in februari 2020 overhad voor de drastische Chinese aanpak van de epidemie, versterkten wellicht de indruk dat Covid-19 nog wel onder controle was te krijgen.
De onderschatting had ook te maken met de steelse verspreiding van SARS-CoV-2, waarmee in het begin geen rekening was gehouden. Dat veranderde toen de Chinese minister van gezondheid Ma Xiaowei tijdens een persconferentie op 26 januari waarschuwde dat het virus zich kon verspreiden via mensen die geen of nog geen symptomen hadden. Osterhaus: „Achteraf gezien was dat een cruciaal gegeven voor het opsporen van besmettingen en het doelmatig kunnen indammen van de verspreiding: ook de contacten van iemand die ziek wordt kunnen besmettelijk zijn zonder het zelf te merken.”
De ernst van de situatie op dit punt leek echter nog niet volledig doorgedrongen in het hoofdkwartier in Genève. Op 1 februari 2020 twitterde de WHO nog dat asymptomatische verspreiding van 2019-nCov (zoals SARS-CoV-2 toen nog heette) zeer zeldzaam was en dat in de praktijk alleen mensen met klachten het virus konden verspreiden. „Achteraf is dat een grote misvatting gebleken”, zegt Osterhaus. „Dat heeft ertoe geleid dat heel veel overheden het in het begin niet helemaal serieus hebben genomen. En met name in die beginperiode is het beleid heel cruciaal. Ook in Nederland was aanvankelijk de gedachte: geen symptomen, dan is er niks aan de hand en kun je het virus niet overbrengen.”
Het virus kon zich hierdoor „onder de radar” snel verspreiden. Maar die fout is hersteld, zegt Osterhaus: „Toen duidelijk werd dat de controle verloren dreigde te gaan heeft Tedros snel gereageerd door te wijzen op de noodzaak van een goed testbeleid. Testen, testen, testen, werd het adagium. Daar is voortdurend op gehamerd, en in het begin was dat een troef geweest natuurlijk. Maar helaas hebben wij daar in Europa veel te weinig mee gedaan.”
2. Geef de WHO meer armslag
„Het is heel makkelijk om kritiek te hebben op de WHO”, zegt Osterhaus, „Maar ik denk er wat genuanceerder over. Je moet bedenken dat ze in een glazen huis zitten. Het is een wereldorganisatie die alle landen mee moet hebben. Ze hebben heel weinig speelruimte, omdat ze alle schapen in het hok moeten zien te houden. Heel extreme standpunten op het gebied van: waar komt het virus vandaan, hoe is er gereageerd, welk land doet het goed en welk land doet het fout, dat ligt natuurlijk heel erg gevoelig.”
Dat de Wereldgezondheidsorganisatie erg kwetsbaar is in het wereldpolitieke spel werd vorig jaar duidelijk toen de Amerikaanse president Donald Trump in juli uit onvrede over de koers van het de WHO het lidmaatschap opzegde en financiering stopzette. Osterhaus: „Dat maakt de organisatie gedeeltelijk vleugellam en dan zie je in wat voor spanningsveld zij moet functioneren. Dat in aanmerking nemend, vind ik dat de WHO een behoorlijke coördinerende rol in de wereld heeft gespeeld. Als je het optreden van directeur-generaal Margaret Chan in 2009 ten tijde van de Mexicaanse griep vergelijkt met dat van Tedros nu, dan zie ik wel een heel duidelijk verschil in daadkracht.”
Het IPPPR zegt dat radicale veranderingen nodig zijn, waarin de WHO niet meer zo afhankelijk is van jaarlijkse contributies van de 194 lidstaten, en zelf mag bepalen waaraan zij het geld uitgeeft. Bovendien moeten experts van de WHO bij een uitbraak met pandemisch potentieel direct toegang te krijgen tot de plaatsen waar die plaatsvindt. Daarover moeten nieuwe internationale afspraken gemaakt worden. De WHO moet uitbraken ook kunnen rapporteren zonder voorafgaande toestemming van de betrokken lidstaat. En er moet een nieuw wereldwijd surveillancesysteem voor infectieziekten komen, transparant en gebruikmakend van alle digitale middelen die er zijn.
Laat Covid-19 het Tsjernobyl zijn voor de pandemiebestrijding
Helen Clark IPPPR
Of de internationale gemeenschap bereid is zo ver te gaan, moet nog blijken. Het IPPPR-rapport herinnert er ook fijntjes aan dat er zeker elf voorgaande panels en zestien rapporten met aanbevelingen voor verbeteringen zijn geweest. De meeste daarvan zijn nooit geïmplementeerd.
Maar dít is het moment, zegt Helen Clark van het IPPPR: „Laat Covid-19 het Tsjernobyl zijn voor de pandemiebestrijding.” De ontploffing van een kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 was zo’n schok voor de wereld dat het internationale atoomenergie-agentschap IAEA bevoegdheden kreeg: landen waren plotseling wel meer bereid om nucleaire informatie te delen en lieten internationale inspecties toe. Clark: „Covid-19 moet net zo’n wake-upcall voor de wereld zijn.”
3. Wees (nog) beter voorbereid
De Verenigde Staten en Groot-Brittannië stonden in 2019 respectievelijk op plaats 1 en 2 van Global Health Security Index, en desondanks zijn er juist ook in die landen veel doden gevallen door Covid-19. De papieren status strookte niet met de werkelijkheid, waarin overheden de dreiging van een pandemie toch niet serieus genoeg namen. „De voorbereiding op een pandemie is geen verantwoordelijkheid die je alleen bij de gezondheidssector kunt neerleggen”, schrijft het IPPPR. „Het moet een kernfunctie van overheden zijn op het hoogste niveau.”
Volgens Osterhaus hebben eerdere „meevallers” in ziekte-uitbraken geen goed gedaan aan de erkenning van het belang van „pandemic preparedness”. De uitbraak van SARS in 2002 en 2003 bleef wereldwijd beperkt tot ruim 8.000 besmettingen en bijna 800 doden. En ook de Mexicaanse griep (H1N1) in 2009, die de WHO tot pandemie verklaarde, pakte uiteindelijk minder ernstig uit dan gevreesd, met wereldwijd naar schatting zo’n 125.000 tot 200.000 slachtoffers.
Osterhaus merkte dat sterk: „Zelfs tijdens een bijeenkomst bij de WHO hierover werden we een beetje glazig aangekeken. Men had het idee van: dat gebeurt niet meer, we hebben antibiotica, we kunnen dat aan, pandemieën met miljoenen doden zijn iets van het verleden. Dat gebeurde ook in Nederland: ik kreeg de boodschap niet meer verkocht na de Mexicaanse griep.”
Toch is het cruciaal om pandemische voorbereiding al te doen in vredestijd, op het moment dat er nog niets aan de hand is, zegt Osterhaus. „Omdat we onze zaakjes niet goed op orde hadden, zijn we nu de brand aan het blussen terwijl het huis in lichterlaaie staat. Hier moeten we echt van leren. We moeten de voorraden beschermingsmiddelen op orde brengen en nu investeren in de ontwikkeling van breedwerkende antivirale middelen en vaccins. Op dit moment is de sense of urgency natuurlijk verschrikkelijk groot. Maar ik voorspel: dat ebt heel snel weg.”
Reconstructie: Het virus was sneller dan de alarmsignalen
Onverklaarde longziekte
In de maanden voor december 2019 raken de eerste mensen besmet met het coronavirus SARS-CoV-2. Het blijft onopgemerkt totdat ziekenhuizen in Wuhan in de loop van december meer en meer patiënten met een onverklaarbare longontsteking zien. Chinese artsen constateren eind december dat het gaat om een uitbraak van een nieuwe infectieziekte, maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt nog niet ingelicht.
Verzoeken om bevestiging
Via vertaalde berichten uit Chinese media verneemt de WHO op oudjaarsdag 2019 voor het eerst dat er een ziekte-uitbraak gaande is in Wuhan. Taiwan vraagt via de WHO om meer informatie. Herhaalde formele verzoeken van de WHO aan China om meer informatie worden op 3 januari beantwoord. Een dag later geeft de WHO via een tweet op het wereldtoneel de eerste bevestiging van de uitbraak van een onbekende longziekte in Wuhan.
Een nieuw coronavirus
China weet al dat er een SARS-achtig coronavirus in het spel is, maar pas nadat The Wall Street Journal hierover bericht op 8 januari, krijgt de WHO dat ook officieel te horen. Intern beklagen WHO-medewerkers zich over het gebrek aan transparantie. De dagelijkse overzichten van de gezondheidsdienst in Wuhan leveren een actueler beeld dan de rapporten die de WHO via officiële kanalen ontvangt.
Erfelijke code is er al
Het gevoel achter de feiten aan te lopen bekruipt de WHO nog meer als onderzoekers uit Shanghai op 10 januari opeens de erfelijke code van het nieuwe coronavirus publiceren. Diverse andere Chinese laboratoria blijken ook al de cruciale genetische code van het nieuwe virus in handen te hebben. Nu pas delen zij hun informatie waar de WHO al een paar dagen eerder om had gevraagd.
Besmetten mensen elkaar?
Thailand meldt op 12 januari de eerste besmetting buiten China, bij een vrouw uit Wuhan. De WHO verkeert nog in grote onzekerheid over het nieuwe coronavirus. Afgaand op de schaarse gegevens vanuit China concludeert ze op 14 januari dat er nog geen duidelijk bewijs is dat het virus van mens op mens kan overgaan. Diezelfde dag brengt de Chinese CDC intern het alarm naar het hoogste niveau en geeft het zijn mensen de opdracht om zich voor te bereiden op een pandemie. Op 20 januari verklaart de Chinese arts Zhong Nanshan op de nationale televisie dat de infectie zich snel verspreidt in Wuhan en dat er ook al medisch personeel besmet is geraakt.
Nog geen groot alarm
De WHO bevestigt in een tweet op 21 januari dat er op zijn minst „enige overdracht” tussen mensen bestaat. Toch vindt de Emergency Committee nog geen overeenstemming om de uitbraak tot een Public Health Emergency of International Concern (PHEIC) uit te roepen. Op dat moment zijn er 581 besmettingen ontdekt, waarvan tien in vier landen buiten China. Op 23 januari gaat Wuhan in een strenge lockdown. Een dag later meldt Frankrijk de eerste drie besmettingen in Europa.
Alsnog het hoogste alarm
Op 30 januari komt het noodcomité van de WHO weer bijeen en dan is er wel een meerderheid voor het uitroepen van PHEIC. Per direct krijgt Covid-19 de status van het hoogste alarm binnen de internationale gezondheidsregels. Het aantal besmettingen is dan opgelopen naar 7.736 in China en 98 in achttien landen daarbuiten.
Verloren maand
Gedurende de maand februari 2020 waarschuwt WHO-chef Tedros steeds luider dat landen in de hele wereld zich nu moeten voorbereiden. Door mensen met klachten meteen te testen kan verspreiding de kop ingedrukt worden. Er zijn uitbraken op cruiseschepen en in steeds meer landen ter wereld duikt het virus nu op, vaak zonder duidelijke link met China.
Italië in lockdown
Op 27 februari wordt de eerste besmetting in Nederland geconstateerd bij een man die is teruggekeerd uit Noord-Italië.
Op 10 maart gaat Italië als eerste westerse land geheel in lockdown. Het land heeft te maken met een snel groeiende epidemie met 9.172 besmettingen, het hoogste aantal buiten China.
Het is een pandemie!
De WHO roept Covid-19 op 11 maart 2020 uit tot pandemie. De teller staat op dat moment inmiddels op 118.000 besmettingen in 114 landen. Twee dagen later zegt Tedros dat Europa het nieuwe epicentrum van de pandemie is geworden, met meer besmettingen dan in heel China. Op 15 maart kondigt het kabinet voor Nederland een sluiting af van restaurants, cafés, sportclubs, sauna’s, seksclubs en coffeeshops.
Het gaat goed met de vaccinatiebereidheid in Nederland: tenminste 87 procent van alle 65-plussers is gevaccineerd tegen het coronavirus. Dat is het gedeelte van de ouderen die minstens één coronavaccinatie hebben ontvangen, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De werkelijke opkomst is nog hoger, volgens het RIVM, omdat de vaccinatiegegevens niet helemaal compleet zijn. Wel valt het op dat de opkomst in bepaalde plekken in het land stukken lager is. Dat is vooral zo in de zogenoemde Biblebelt. Daar wonen relatief veel orthodoxe protestanten. Het zeer gereformeerde Urk steekt er met kop en schouders bovenuit. Daar ligt het voorlopige percentage het laagst.
Op dit moment zijn er geen exacte cijfers beschikbaar, omdat er mogelijk nog gegevens ontbreken. Er zou dan „een vertekend beeld kunnen ontstaan”, legt een woordvoerster uit. Er zijn wel voorlopige tellingen, waaruit blijkt dat Urk de enige gemeente is waar nog maar 20 tot 39 procent van de 65-plussers is gevaccineerd tegen het virus.
Het verschil met de rest van het land is dan ook groot. In de meeste gemeenten hebben namelijk ruim 85 procent van de 65-plussers in ieder geval een eerste coronavaccinatie gehaald. En ook gemeenten in de meest christelijke strook van het land scoren hoog: vaak percentages boven de 75 procent. In gemeenten als Staphorst, Reimerswaal en Neder-Betuwe ligt het percentage tussen de 60 en 74 procent.
De cijfers komen zowel van de GGD als van de huisartsen, zorginstellingen en ziekenhuizen die mensen hebben gevaccineerd. In totaal gaat het om ruim 2,9 miljoen mensen van 65 jaar en ouder. In de cijfers heeft het RIVM ook geanonimiseerde gegevens van de GGD meegenomen. Sommige mensen weigeren registratie. Als zij ergens anders dan bij de GGD zijn geprikt, ontbreken hun gegevens wel in het totaaloverzicht.
Vertraging bij vaccinaties voor jongeren
Alhoewel ouderen dus al veelal gevaccineerd zijn, moeten jongeren wat langer wachten. Demissionair zorgminister herhaalde meermaals dat iedereen boven de 18 vóór juli ten minste een keer geprikt zou kunnen zijn. Maar door leverproblemen van farmaceut Janssen, loopt de vaccinatiecampagne wat vertraging op. Hoeveel dat is, kon de minister vanochtend nog niet zeggen.
Janssen zou in het tweede kwartaal van 2021 drie miljoen vaccins leveren. Het grootste deel daarvan, twee miljoen vaccins, konden we in juni verwachten. Maar door allerlei tegenvallers begint dat aantal wel erg ver van de afspraken in het contract af te raken, zegt De Jonge. Hoeveel er nu precies wordt geleverd, is het ministerie nog aan het uitrekenen.
Reageer op artikel:
Klap op klap voor India: na corona rukt nu ook dodelijke, agressieve schimmel op