Rechercher dans ce blog

Wednesday, August 31, 2022

Gezondheidsraad: aantal doses HPV-vaccin kan van drie naar twee - NOS

ANP

NOS Nieuws

Twee doses van het HPV-vaccin zijn voldoende om antistoffen aan te maken, infecties te verminderen en om voorstadia van baarmoederhalskanker tegen te gaan. Dat concludeert de Gezondheidsraad in een vandaag verschenen advies.

Jongeren ouder dan 15 jaar krijgen nu nog een derde prik tegen het virus. Die is niet meer nodig, stelt de adviesraad. Twee doses zijn voor deze leeftijdsgroep effectief genoeg. Wel moet er tussen die twee prikken minimaal een half jaar zitten.

Het is nu aan het kabinet om te beslissen of het advies van de Gezondheidsraad wordt overgenomen.

WHO

Kinderen in Nederland tussen de 10 en 15 jaar krijgen al maximaal twee doses van het HPV-vaccin. De Gezondheidsraad heeft gekeken of dit aantal ook kan worden teruggebracht. Dit onderzocht de raad naar aanleiding van een advies hierover van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) eerder dit jaar. Die stelt dat één dosis voldoende bescherming biedt tegen HPV.

Het WHO-advies kan van grote betekenis zijn in de strijd tegen HPV. Als er minder prikken per kind gebruikt hoeven te worden, kunnen meer kinderen wereldwijd het beschikbare aantal vaccins toegediend krijgen.

Toch wil de Gezondheidsraad voorlopig nog vasthouden aan de twee doses in Nederland. Er is volgens de raad nog niet genoeg wetenschappelijk onderzoek dat bewijst dat één dosis net zo effectief is als twee of drie doses.

In Nederland krijgen alle kinderen een uitnodiging voor de vaccinatie tegen HPV in het jaar dat ze 10 worden. Dat geldt sinds dit jaar, voorheen kregen alleen meisjes ouder dan 13 de uitnodiging voor de prik. Het vaccin is lange tijd effectief, stelt het Rijksvaccinatieprogramma.

De opkomst voor het HPV-vaccin is dit jaar tot dusver lager dan in andere jaren, werd vorige week bekend. Minder dan de helft van de 800.000 tieners die waren uitgenodigd heeft de prik gehaald. Eerdere jaren was dat rond deze tijd zo'n 60 procent van de uitgenodigden.

NOS op 3 legt in deze video uit wat HPV precies is en waarom ook jongens sinds dit jaar worden opgeroepen om zich te laten vaccineren:

Deel artikel:

Adblock test (Why?)


Gezondheidsraad: aantal doses HPV-vaccin kan van drie naar twee - NOS
Read More

Schurft blijft rondgaan in Nederland: 'Taboe moet eraf' - NOS

Science Photo Library

NOS Nieuws

  • Jules Jessurun

    redacteur Online

  • Jules Jessurun

    redacteur Online

Het aantal mensen met schurft was eind vorig jaar en begin dit jaar groter dan eerdere jaren en hoewel de cijfers enigszins lijken te stabiliseren, blijven er zorgen. Experts hameren op het belang van voorlichting om onder meer het taboe te doorbreken en ervoor te zorgen dat mensen elkaar niet steeds opnieuw besmetten.

"Het drijft mensen echt tot wanhoop", zegt dermatoloog Annemie Galimont. Zij ontvangt onder meer in het Bravis ziekenhuis in Roosendaal patiënten met schurft. "Ze hebben hier echt enorm last van. Het gaat niet om een beetje jeuk. Ze slapen 's nachts soms bijna niet. En als je iets over het hoofd hebt gezien bij het behandelen, ben je weer terug bij af."

Geen meldingsplicht

Omdat er geen meldingsplicht is, is het lastig om een algeheel beeld te krijgen van hoe groot het probleem in Nederland is. De GGD's laten wel aan het RIVM weten dat er sprake is van een toename. "Helaas zien we al sinds 2015 een toename van schurft in onze regio", vertelt ook een woordvoerder van GGD Hollands-Midden.

Ook zijn de weekcijfers van huisartsen, die onderzoeksinstituut Nivel verzamelt, een indicatie. Hieruit blijkt dat dit jaar per week tussen de tien en twintig mensen per 100.000 mensen met schurft bij de huisarts kwamen.

Galimont waarschuwt voor een "pingpong-effect". Het is noodzakelijk dat iemand met schurft iedereen in de omgeving waarschuwt en dat deze personen ook worden behandeld, anders blijven mensen elkaar besmetten. "Het is niet verplicht om elkaar te waarschuwen als je schurft hebt. En dat doen mensen vaak niet uit schaamte."

Hoewel de dermatoloog benadrukt dat het lang niet alleen om studenten gaat die worden besmet, loopt deze groep wel grotere risico's vanwege de vele sociale contacten die zij hebben, zeker als zij in studentenhuizen wonen en niet iedereen tegelijk zich laat behandelen. Daarom gaat het RIVM waarschijnlijk later dit jaar een campagne starten die op studenten gericht is, meldt een woordvoerder. Ook zij spreekt haar zorgen uit over het "pingpong-effect".

Galimont juicht zo'n campagne van harte toe. "Als je aan mensen kunt uitleggen dat het gewoon pech is dat je het krijgt, dan haal je het uit de taboesfeer."

Nivel onderzocht hoeveel mensen tussen de 15 en 24 jaar met schurft de huisarts bezoeken, de blauwe lijn is het aantal in 2022:

Nivel

Nog altijd is ieder jaar een lichte stijging te zien van het totale aantal gevallen en in 2021 en begin 2022 was zelfs sprake van een enorme piek. Galimont is er nog altijd verbaasd over. "We dachten in het begin zelfs dat we een nieuwe mijt hadden die ver kon springen, maar het ging om een toename van mensen die ondanks de lockdown stiekem contact hadden met andere familieleden of vrienden. En zeker ook in de studentenhuizen was een toename."

Dat de cijfers nog altijd hoog zijn, wijt zij onder meer aan het feit dat mensen weer meer reizen. "En jongeren pakken hun leven ook weer meer op en die hebben veel meer lichamelijke contacten. Dat zie ik bij mijn puberkinderen ook. Die kleven aan elkaar, en lenen kleding uit. Maar ook zakenmensen in dure hotels kunnen het krijgen."

Zo ziet schurft eruit:

Science Photo Library

De huid van een patiënt met schurft

Er doen verhalen de ronde dat er een schurftmijtmutatie is die minder gevoelig is voor medicijnen, zegt de RIVM-woordvoerder. "Maar dat is nog niet aangetoond". De GGD's en de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie laten hier ook onderzoek naar doen. Galimont maakt zich tot nu toe weinig zorgen over resistente mijten. "We denken dat de meeste infecties niet overgaan omdat de behandeling niet precies uitgevoerd is, bijvoorbeeld omdat mensen te weinig crème smeren."

Of de toename van de aandoening in Nederland een halt toe te roepen is is de vraag. En het geheel uitroeien in ons land is een illusie, stelt Galimont. "Zolang er globalisering is, gaat dit rond." Zij denkt dat wij er gewoon aan moeten wennen dat het er is. "Hoofdluis hebben we ook nog steeds, en voetschimmel ook."

Mary Evans/ Picture Library Ltd.

Een uitvergroting van een schurftmijt

Deel artikel:

Adblock test (Why?)


Schurft blijft rondgaan in Nederland: 'Taboe moet eraf' - NOS
Read More

Vervuilde vennen en boerende koeien – De Groene Amsterdammer - De Groene Amsterdammer

Mest wordt geïnjecteerd in een grasland, Anjum, Friesland, 22 juni © Sijmen Hendriks / ANP

Laat er geen misverstand over bestaan: het inkrimpen van de veestapel is géén doel op zich. Vlijtig wordt er gezocht naar alternatieve manieren om uit de stikstofcrisis te komen. Er worden ‘emissiearme’ stallen uit de grond gestampt, compleet met luchtwassers, roostervloeren en mestrobots. Er wordt gesleuteld aan het eiwitgehalte in veevoer, zodat een koe minder ammoniak uit plast. Er zijn miljoenen beschikbaar gesteld om technologische doorbraken te stimuleren. Werkelijk alles wordt uit de kast getrokken om de veestapel ongemoeid te laten.

Geen wonder dus dat bezorgde boeren opveerden toen twee gepensioneerde hoogleraren onlangs in De Telegraaf mochten vertellen over hun plan waarbij de stikstofuitstoot omlaag kon worden gebracht ‘zonder één koe, varken of kip uit Nederland te verwijderen’. Het toverwoord van dat plan? Innovatie.

Collega-wetenschappers voelden zich geroepen om het enthousiasme te temperen. Het plan bevatte best wat nuttige aanbevelingen, maar ook het nodige technologisch wensdenken. Stop met het zaaien van twijfel, schreven 36 milieuwetenschappers in een open brief in Trouw. Wek niet de schijn dat dit probleem verholpen kan worden door wat slimme innovaties. Dat is de route die we al een halve eeuw volgen en het enige wat het heeft opgeleverd is dat de problemen zich hebben opgestapeld.

De brief was ook een reactie op de rubberen ruggengraat van Wopke Hoekstra. Het bommetje dat de cda-leider gecontroleerd tot ontploffing bracht in een interview met Algemeen Dagblad geeft precies het verkeerde signaal af. Er is al genoeg tijd verspild met discussies over nut en noodzaak van maatregelen, schrijven de milieukundigen in Trouw. ‘We weten meer dan genoeg en er bestaat meer dan genoeg wetenschappelijke consensus om nu snel in actie te komen.’

Sinds de Raad van State drie jaar geleden een streep zette door de boekhoudkundige schijnoplossingen van het Programma Aanpak Stikstof, domineert stikstof het landbouwdebat. Begrijpelijk, want dat onzichtbare chemische stofje heeft ervoor gezorgd dat bouwprojecten stil kwamen te liggen, auto’s hun snelheid moesten minderen, en boeren met omgekeerde vlaggen begonnen te wapperen. Wat in de verhitte discussies over depositiewaarden en reductiedoelen onderbelicht blijft, is dat deze stikstofcrisis slechts een symptoom is van een dieperliggende disbalans. Het model van intensieve veehouderij botst op allerlei manieren tegen ecologische grenzen op. De 11,4 miljoen varkens, 3,8 miljoen koeien en bijna honderd miljoen kippen in Nederland verstikken niet alleen de kwetsbare natuur, ze zorgen ook voor de uitstoot van broeikasgassen, de verontreiniging van het grondwater en voor een hoop overtollige mest. Zelfs als er morgen een briljante uitvinding bedacht wordt om de stikstofuitstoot te verminderen, dan nog wordt de Nederlandse landbouw geteisterd door allerlei andere ‘milieuplagen’.

Plaag 1: vervuilde vennetjes
In het najaar komt het kabinet met een brief over de waterkwaliteit en deskundigen vrezen een scenario dat vergelijkbaar is met de stikstofproblematiek. Met die kwaliteit is het namelijk beroerd gesteld. Nederland bungelt ook op dit milieuaspect onder aan de Europese lijstjes.

Van de bijna elfhonderd slootjes, vennen, vijvers en grachten die stichting Natuur & Milieu door honderden vrijwilligers liet onderzoeken bleek vorig jaar nog geen vijfde in goede staat te verkeren. In de rest werden te weinig planten en diertjes aangetroffen. Planten en diertjes zijn een kenmerk van goede waterkwaliteit. Het water bevatte daarentegen te hoge concentraties nitraat, fosfaat en bestrijdingsmiddelen. Deze stoffen komen vooral in het water terecht door de mest van intensieve veeteelt en de kunstmest en chemicaliën van akkerbouw.

In Europa is al in 2000 afgesproken dat de lidstaten uiterlijk in 2027 voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Hierin zijn duidelijke grenzen vastgelegd op het gebied van chemicaliën, ecologie en de beschikbaarheid van geschikt drinkwater. Als deze afspraken niet worden nagekomen, kan Brussel hoge boetes opleggen. Net als met de klimaatdoelen en de stikstofgrenzen zouden actiegroepen het handhaven van de waterafspraken bij de rechter kunnen afdwingen.

Graafmachines vormen een deel van de oplossing. Strakgetrokken sloten kunnen veranderen in meanderende riviertjes. Dat is niet alleen leuk voor de wandelaar, maar ook voor waterbeestjes en plantjes die zo betere beschutting vinden. Bovendien houdt het herstel van de natuurlijke loop van beken en riviertjes het water ook langer vast. Geen overbodige luxe in een tijd van toenemende droogte.

Maar deskundigen zijn het er ook over eens dat de emissies van fosfaat, nitraat en chemische bestrijdingsmiddelen sterk omlaag moeten om over vijf jaar in de buurt van de afgesproken waarden te komen. Dat betekent onder meer minder dieren en minder opbrengst van akkerbouw in gebieden die daar eigenlijk niet voor geschikt zijn, zoals de arme zand- en lössgronden.

Een gedeelte van de maatregelen werd vorig jaar al aangekondigd in het ‘7e actieprogramma Nitraatrichtlijn’. Hierin worden bijvoorbeeld akkerbouwers verplicht om zogenaamde ‘vanggewassen’ te telen in een rotatie van één op vier oogsten, later één op drie. Dit zijn gewassen die stikstof vasthouden en de grond herstellen maar commercieel niets of zeer weinig opleveren. In ieder geval veel minder dan de voedermaïs die er normaliter staat. Door deze ‘groenbemesting’ kan de boer later minder (kunst)mest gebruiken, wat de kwaliteit van het water sterk bevordert. Langs sloten komt er bovendien een teeltvrije zone van twee tot vijf meter, wat het direct wegspoelen van kwalijke stoffen moet verminderen.

We importeren miljoenen tonnen veevoer om het meeste vlees te exporteren

Op het oog doeltreffende, zelfs sympathieke maatregelen. Maar ook nu stonden de vertegenwoordigers van de landbouwsector op de achterste benen. ‘Niet haalbaar en niet betaalbaar’, lieten ze weten in de vakpers. ‘We vrezen voor het voortbestaan van bedrijven.’ De landbouworganisaties berekenden even snel dat boeren zo’n zestigduizend hectare landbouwgrond kwijtraakten. ‘Net zoveel als heel Flevoland.’

De boeren kondigden aan om vanuit een consortium van belangenorganisaties en de Rabobank de beleidmakers op andere gedachten te willen brengen. De argumenten komen bekend voor. Maatregelen moeten gestimuleerd en niet afgedwongen worden en ‘via metingen’ moet vastgesteld worden waar de echte knelpunten zitten.

Plaag 2: overtollige uitwerpselen
Mestoverschotten, een potentiële bron van milieuverontreiniging. Het is de titel van een rapport uit 1970. Meer dan vijftig jaar geleden zagen onderzoekers en ambtenaren op het ministerie van Landbouw de problemen al opdoemen. Dankzij de import van voer kon de veestapel bijna onbelemmerd groeien. Alleen: wat gebeurde er met de stront die al die dieren produceren? Mest is onmisbaar voor de vruchtbaarheid van het land, maar wanneer er – via de uitwerpselen – te veel fosfaat en stikstof in de bodem belandt, raakt het grond- en oppervlaktewater vervuild. Dat is precies waar we nu mee kampen. ‘Er is gewaarschuwd’, zei een van de ambtenaren in 1990 in NRC Handelsblad. ‘Er is tijdig gewaarschuwd. Maar er is niets mee gedaan.’

Misschien is dat iets te kort door de bocht. Door de jaren heen zijn er namelijk genoeg plannen gelanceerd om de mestproblematiek aan te pakken. Er is gezocht naar technologische oplossingen, naar manieren om mest te verwerken. Zo staat er in Moerdijk een energiecentrale waar kippenstront via verbranding wordt omgezet in ‘duurzame’ energie. De toevoeging van het enzym fytase aan het veevoer zorgde voor een aanzienlijke vermindering van het fosfaatgehalte in varkens- en kippenpoep.

Andere innovaties waren minder succesvol. Pogingen om stikstof en fosfaat uit mest te filteren door middel van omgekeerde osmose blijven steken in de experimenteerfase. Het verwerken van dierlijke mest tot (vloeibare) kunstmest stuit op hoge kosten en Europese regelgeving. En de stikstofwinst van emissiearme stallen bestaat vooral op papier, concludeerden onderzoekers van de Wageningen Universiteit.

Doordat de gedroomde technologische doorbraak voorlopig uitblijft, exporteren Nederlandse veehouders elk jaar meer dan drie miljoen ton dierlijke mest, vooral naar akkerbouwers in Duitsland, België en Frankrijk. Aangezien het aanbod steevast groter is dan de vraag, moeten de boeren betalen om de overtollige uitwerpselen kwijt te kunnen.

Er zijn wel voorzichtige voorstellen geweest om iets te doen aan de omvang van de veestapel. In 1984 kondigde landbouwminister Gerrit Braks (cda) een groeistop aan voor de varkens- en pluimveehouderij. Maar er zaten zoveel mazen in zijn ‘interimwet’ dat het aantal varkens in Nederland tot 1987 met bijna dertig procent toenam. Vandaar dat minister Brinkhorst (d66) zich in 1999 genoodzaakt zag om met een ‘mestplan’ te komen, waarbij de pluimvee- en varkenssector moesten krimpen. Hij had het geluk dat de mestproductie in de melkveehouderij nog binnen de perken werd gehouden door het Europese melkquotum. Maar toen die beperking in 2015 werd afgeschaft, schoot ook die sector binnen de kortste keren door het in Brussel vastgestelde fosfaatplafond.

‘Alsof het nog niet genoeg is, hangt er weer een donderwolk boven het platteland’, kopte Nieuwe Oogst, het weekblad van LTO Nederland, vorige maand. Er dreigt namelijk een einde te komen aan de derogatie en ‘dat bezorgt veel melkveehouders buikpijn’. Sinds de jaren negentig hebben Nederlandse koeienboeren een uitzondering op de Europese nitraatrichtlijn, de zogenaamde derogatie. Omdat Nederland veel hoogproductief grasland heeft, mogen boeren daarop meer mest uitrijden dan de Brusselse richtlijn voorschrijft. Zeker op klei- en veengronden spoelt er op grasland relatief weinig stikstof uit, waardoor de gevolgen voor het grond- en oppervlaktewater relatief beperkt blijven. In theorie, althans, want met de waterkwaliteit in Nederland is het slecht gesteld.

Het lijkt erop dat de Europese Commissie haar geduld begint te verliezen. Telkens weer probeert de Nederlandse landbouwlobby creatieve uitvluchten te verzinnen, en ondertussen blijven de natuur- en milieudoelen buiten bereik. Mocht de derogatie inderdaad niet worden verlengd, dan ontstaat er in één klap een nog veel groter mestoverschot in de veehouderij. Technologische innovatie of handel in mest biedt onvoldoende soelaas, de milieuverontreiniging moet bij de bron worden aangepakt.

Plaag 3: boerende koeien
Het was vorig jaar een van de weinige grote successen op de milieuconferentie in Glasgow: honderd landen spraken af om voor 2030 de uitstoot van methaan met dertig procent te verminderen ten opzichte van 2020. Ook Nederland tekende, enigszins schoorvoetend, het verdrag dat op korte termijn grote consequenties heeft.

Methaan is als broeikasgas meer dan 27 keer sterker dan CO2 en is voor ongeveer twintig procent verantwoordelijk voor het broeikaseffect. De werking van methaan is krachtig, maar gelukkig ook kort. Na pakweg tien jaar verdwijnt het uit de atmosfeer, terwijl CO2 honderden jaren actief kan blijven. Dus als we vandaag zouden stoppen met het uitstoten van nieuwe methaandeeltjes, dan zouden er over tien jaar nauwelijks meer sporen van zijn. De opwarming kan zo met 0,3 graad getemperd worden.

Het lijkt erop dat de Europese Commissie haar geduld begint te verliezen

Notoire uitstoters zijn olie- en gasbedrijven, staalverwerking, afvalbedrijven, rioolzuiveringsinstallaties en… veeboeren. In Nederland zorgen koeien en varkens voor twee derde van de methaanuitstoot. Alleen al de vier grootste veehouderijen stoten méér methaan uit dan alle Nederlandse industriereuzen gezamenlijk. Dit voorjaar publiceerde De Groene een lijst met 242 bedrijven die meer dan een ton methaan per jaar uitstoten – daarvan werd 85 procent bezet door grote varkensfokkers en zuivelboeren.

Methaan ontstaat in de pens van vooral koeien als het voer wordt afgebroken en komt al boerend door de bek naar buiten. De mest is slechts verantwoordelijk voor vijf procent van de uitstoot. Technisch kan de uitstoot beperkt worden door ander voer – jong gras veroorzaakt bijvoorbeeld minder methaan –, chemische additieven aan het voer, andere stallen en eventueel een speciaal fokprogramma gericht op methaanarme koeien.

Desondanks is vermindering van de veestapel onontkoombaar, constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (pbl). De enige manier om de doelstellingen te halen is ‘het gedwongen beëindigen van veehouderijen via minnelijke schikking en onteigening’. In opdracht van het kabinet heeft het pbl twee ‘Quickscan’-scenario’s ontwikkeld waarbij in de meest rigoureuze variant de melkveestapel krimpt met een derde en de varkensstapel met bijna de helft.

Niet alle boeren dragen echter evenveel bij aan de klimaatcrisis. Een handjevol bedrijven (zeven procent van het totaal) is verantwoordelijk voor dertig procent van de methaanemissies, zo bleek uit het onderzoek van De Groene. Deze ondernemers hebben megastallen met duizenden dieren. Dit stelt het kabinet voor een lastig dilemma: het kan talloze procedures starten tegen kleine en middelgrote boeren, of eerst met de veertienhonderd grootsten om de tafel gaan zitten. Dat laatste levert de meeste methaanreductie op tegen de laagste administratieve kosten. Maar het zou betekenen dat de regeringspartijen het mes zetten in een sector die ze zelf decennialang met subsidies voor schaalvergroting hebben vetgemest.

Ruiming van kippenboerderij in Schore na aantreffen vogelgriep, 17 augustus © Venema Media / ANP

Plaag 4: zieke dieren (en mensen)
Nog nooit greep de vogelgriep in Europa zo erg om zich heen als dit jaar. De duinen lagen bezaaid met dode meeuwen en sinds afgelopen oktober zijn er alleen al in Nederland meer dan vier miljoen kuikens, kippen, eenden, kalkoenen en siervogels geruimd. Landbouwminister Henk Staghouwer (CU) noemde de situatie ‘zorgelijk’. Door de vele besmettingen onder wilde vogels en de schaalvergroting in de pluimveesector laten uitbraken zich moeilijker indammen met ophokplichten. Het gezondheidsrisico voor mensen lijkt bij het subtype h5n1 klein, meestal blijven de symptomen beperkt tot die van een milde griep. Al waarschuwt het rivm om contact met dode vogels te mijden, want in het verleden zijn er wel degelijk gevallen bekend van mensen die ernstig ziek werden of zelfs overleden na een besmetting met vogelgriep.

De veruit beruchtste zoönose is Sars-Cov-2, het coronavirus dat de wereld al meer dan twee jaar in de greep heeft. Wat minder mensen weten is dat in hetzelfde jaar dat de avondklok werd ingesteld, er een grasmus in Zuilen positief getest werd op het westnijlvirus. Dit virus, dat tot voor kort vooral voorkwam in Afrika, delen van de Verenigde Staten en het Middellandse Zeegebied, verspreidt zich via muggen ook naar mensen. In 2020 werden voor het eerst besmettingen in Nederland vastgesteld. Mede door klimaatverandering zullen er de komende jaren nieuwe zoönosen opduiken in ons land, voorspelt het rivm.

Met aangescherpte hygiëneprotocollen, vaccinaties en strenge monitoring proberen veehouders hun dieren te beschermen tegen de verschillende virussen, maar hoe dichter het land bevolkt is met mensen en dieren, hoe groter het risico op grootschalige uitbraken. Megastallen kunnen fungeren als broedplaatsen voor ziektekiemen. Dat maakt de intensieve veehouderij volgens sommige virologen tot een gevaar voor de volksgezondheid.

Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, bleek wel tijdens de Q-koortsepidemie, waarbij een bacterie die was overgesprongen van geiten op mensen minstens vijftigduizend Nederlanders besmette. Volgens voorzichtige schattingen overleden er sinds 2007 107 mensen aan Q-koorts en nog altijd kampen honderden patiënten met chronische klachten. Dat een geitenziekte zoveel leed kon veroorzaken had alles te maken met de locatie van de boerderijen. De geitenstallen in Brabant stonden in relatief dichtbevolkt gebied, waardoor veel omwonenden besmet raakten.

Ook de veehouderijen in de buurt van de natuurgebieden verdienen volgens experts extra aandacht. Daar is de kans op interacties tussen wilde en gehouden dieren namelijk groter, wat de kwetsbaarheid voor virusmutaties vergroot. Pluimveehouderijen vestigen in een gebied met veel wilde watervogels is vragen om moeilijkheden. Het uitkopen van een veehouder in de buurt van Natura 2000-gebieden kan niet alleen helpen om de stikstofdoelen te halen, maar ook om de gezondheid te beschermen, van mens en dier.

Wie de milieuplagen in samenhang bekijkt, ziet dat de Nederlandse landbouw op allerlei ecologische grenzen botst. Met de enorme uitstoot van broeikasgassen en stikstof, de lozing van nitraat, fosfaat en chemische bestrijdingsmiddelen en de toegenomen kans op zoönosen die op mensen overslaan, is de huidige manier van produceren niet meer te handhaven.

We importeren nu miljoenen tonnen aan veevoer om vervolgens zestig procent van het vlees te exporteren. Ons land blijft met de schadelijke gevolgen achter. De akkerbouw produceert veevoer op plekken waar mensenvoedsel verbouwd kan worden en vernietigt de grond met zware machines en chemische bestrijdingsmiddelen. Het platteland is op veel plekken een groene woestijn geworden met nauwelijks insecten en steeds minder vogels.

De inkrimping van de veestapel is geen doel op zich, maar het zou het oplossen van de milieuproblemen waar Nederland al decennia mee kampt en die steeds nadrukkelijk op de voorgrond treden, wel een stuk eenvoudiger maken. Over de hele linie is een systeemverandering nodig, waarbij onder meer de intensieve, niet grondgebonden veehouderij grotendeels verdwijnt, voedsel voor mensen daar verbouwd wordt waar de bodem van nature geschikt is en veel grond aan de natuur wordt teruggegeven.

Natuurlijk weet niemand hoe dit circulaire systeem er precies uit gaat zien. Hoe industrieel wordt het bijvoorbeeld? Zorgen bacteriënkwekerijen voor onze proteïnen? En inderdaad moeten we kijken hoe de huidige agrariërs daar een plek in krijgen. Als natuur- en waterbeheerder? Maar de tijd dringt. Zowel de klimaatdoelen van de Nederlandse staat als de Europese milieurichtlijnen vragen om snelle actie. Het is te hopen dat het komende rapport van Johan Remkes een aanzet geeft voor zo’n integrale aanpak.

Adblock test (Why?)


Vervuilde vennen en boerende koeien – De Groene Amsterdammer - De Groene Amsterdammer
Read More

Tuesday, August 30, 2022

Door jodiumtekort steeds grotere kans op hersenschade bij baby's. Onderzoekers UMCG Groningen slaan alarm - Dagblad van het Noorden

Hiervoor waarschuwen de Groningse onderzoekers Frits Muskiet (emeritus hoogleraar pathofysiologie) en Janneke Dijck-Brouwer (universitair docent laboratoriumgeneeskunde in het UMCG) en emeritus hoogleraar voeding en gezondheid Gertjan Schaafsma (Wageningen Universiteit). Ze pleiten voor een campagne voor het eten van meer vis en ze adviseren dat er - net als vroeger - meer jodium wordt toegevoegd aan bakkerszout.

Adblock test (Why?)


Door jodiumtekort steeds grotere kans op hersenschade bij baby's. Onderzoekers UMCG Groningen slaan alarm - Dagblad van het Noorden
Read More

Gezondheidsraad: aantal doses HPV-vaccin kan van drie naar twee - NOS

ANP

NOS Nieuws

Twee doses van het HPV-vaccin zijn voldoende om antistoffen aan te maken, infecties te verminderen en om voorstadia van baarmoederhalskanker tegen te gaan. Dat concludeert de Gezondheidsraad in een vandaag verschenen advies.

Jongeren ouder dan 15 jaar krijgen nu nog een derde prik tegen het virus. Die is niet meer nodig, stelt de adviesraad. Twee doses zijn voor deze leeftijdsgroep effectief genoeg. Wel moet er tussen die twee prikken minimaal een half jaar zitten.

Het is nu aan het kabinet om te beslissen of het advies van de Gezondheidsraad wordt overgenomen.

WHO

Kinderen in Nederland tussen de 10 en 15 jaar krijgen al maximaal twee doses van het HPV-vaccin. De Gezondheidsraad heeft gekeken of dit aantal ook kan worden teruggebracht. Dit onderzocht de raad naar aanleiding van een advies hierover van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) eerder dit jaar. Die stelt dat één dosis voldoende bescherming biedt tegen HPV.

Het WHO-advies kan van grote betekenis zijn in de strijd tegen HPV. Als er minder prikken per kind gebruikt hoeven te worden, kunnen meer kinderen wereldwijd het beschikbare aantal vaccins toegediend krijgen.

Toch wil de Gezondheidsraad voorlopig nog vasthouden aan de twee doses in Nederland. Er is volgens de raad nog niet genoeg wetenschappelijk onderzoek dat bewijst dat één dosis net zo effectief is als twee of drie doses.

In Nederland krijgen alle kinderen een uitnodiging voor de vaccinatie tegen HPV in het jaar dat ze 10 worden. Dat geldt sinds dit jaar, voorheen kregen alleen meisjes ouder dan 13 de uitnodiging voor de prik. Het vaccin is lange tijd effectief, stelt het Rijksvaccinatieprogramma.

De opkomst voor het HPV-vaccin is dit jaar tot dusver lager dan in andere jaren, werd vorige week bekend. Minder dan de helft van de 800.000 tieners die waren uitgenodigd heeft de prik gehaald. Eerdere jaren was dat rond deze tijd zo'n 60 procent van de uitgenodigden.

NOS op 3 legt in deze video uit wat HPV precies is en waarom ook jongens sinds dit jaar worden opgeroepen om zich te laten vaccineren:

Deel artikel:

Adblock test (Why?)


Gezondheidsraad: aantal doses HPV-vaccin kan van drie naar twee - NOS
Read More

Door jodiumtekort steeds grotere kans op hersenschade bij baby's. Onderzoekers UMCG Groningen slaan alarm - Dagblad van het Noorden

Hiervoor waarschuwen de Groningse onderzoekers Frits Muskiet (emeritus hoogleraar pathofysiologie) en Janneke Dijck-Brouwer (universitair docent laboratoriumgeneeskunde in het UMCG) en emeritus hoogleraar voeding en gezondheid Gertjan Schaafsma (Wageningen Universiteit). Ze pleiten voor een campagne voor het eten van meer vis en ze adviseren dat er - net als vroeger - meer jodium wordt toegevoegd aan bakkerszout.

Adblock test (Why?)


Door jodiumtekort steeds grotere kans op hersenschade bij baby's. Onderzoekers UMCG Groningen slaan alarm - Dagblad van het Noorden
Read More

Vreetbuien te lijf gaan met elektrische schokjes in je brein: 'Mensen eten omdat ze verslaafd zijn aan de activiteit van eten' - NRC

Neurowetenschap Twee obese Amerikaanse vrouwen hadden veel minder eetbuien nadat in hun hersenen elektrodes geplaatst waren.

Foto Belga

Ongecontroleerde vreetbuien die sommige mensen met overgewicht regelmatig overvallen, zijn te beheersen met elektrische stroom diep in de hersenen. In een eerste proef bij twee vrouwen met zeer ernstige obesitas namen de hevige aanvallen van eetaandrang af en ze verloren lichaamsgewicht. Eén van de twee voldeed na zes maanden niet meer aan de criteria voor binge eating disorder, zoals deze stoornis heet. Amerikaanse onderzoekers beschrijven de eerste resultaten van de proef deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Medicine.

Tijdens een eetbui eet iemand met binge eating disorder in een korte tijd grote hoeveelheden voedsel, terwijl hij geen honger heeft. Stoppen met eten lukt dan niet. Veel mensen kennen zulke buien, maar bij iemand met een eetbuistoornis zijn die aanvallen veel vaker en heviger. Ze worden vaak uitgelokt door emoties of spanningen.

De buien zijn extreem hardnekkig: zelfs de meest ingrijpende behandeling, een maagverkleining, kan soms niet voorkomen dat een obesitaspatiënt toch weer ten prooi valt aan de aanvallen. Hierdoor lukt het obesitaspatiënten vaak niet om blijvend gewicht te verliezen.

De twee deelneemsters aan de studie hadden allebei fors overgewicht ondanks een maagverkleining in 2005, waarna ze respectievelijk 52 kg of 69 kilo waren afgevallen. In de jaren erna was dat er allemaal weer bijgekomen: ze hadden nu een BMI van 46 of 47. BMI staat voor body mass index, een maat voor de verhouding tussen lichaamslengte en gewicht, in kg/m2. Een gezond BMI ligt tussen 18,5 en 25, men spreekt van obesitas bij een BMI boven de 30.

Kenmerkende hersenactiviteit

De proefpersonen kregen tijdens een operatie twee elektrodes diep in hun brein, in een hersenkern die cruciaal is bij beloning en verslaving: de nucleus accumbens. Die elektroden werden verbonden met een geïmplanteerd apparaatje in het bovenlijf dat elektrische pulsjes kan afgeven en kan meten. Met deze apparatuur konden ze gewoon hun leven leiden.

Voor het onderzoek brachten de Amerikanen in kaart hoe die hersenkern reageerde, in een normale situatie en vlak voor en tijdens het ontembare verlangen naar eten. Daarvoor kwamen de proefpersonen ieder een dag naar het lab. Ze kregen eerst een gebruikelijk ontbijt en een lunch. Maar daarna zei een deelnemende psychiater een paar ontregelende dingen om hun stemming te beïnvloeden en schotelden de onderzoekers de vrouwen hun eetbui-uitlokkende eten voor: een tafel vol friet, kip nuggets, M&M’s en zakken chips, van in totaal 5.000 kilocalorieën.

Vlak voor de eetaanval begon zagen de onderzoekers een kenmerkende hersenactiviteit in de beloningskern. Als ze precies op dat moment die hersenkern elektrisch stimuleerden, verdween de aandrang. De apparatuur werd zo afgesteld dat er steeds gestimuleerd werd zodra die kenmerkende activiteit door het apparaatje werd opgepikt. De vrouwen konden naar huis en doen wat ze normaal ook deden, ze kregen geen dieet- of sportinstructies. Na een half jaar was het aantal eetbuien sterk gedaald – bij één van de vrouwen tot minder dan vier keer per maand. En het lichaamsgewicht was ook bijna 6 kilo of ruim 8 kilo lager – een BMI-vermindering van respectievelijk 2,2 en 2,9.

Obesitas is een vorm van gedragsverslaving

Damiaan Denys psychiater

Dat het prikkelen van de hersenkern voor verslaving verlichting brengt bij eetbuien en obesitas, verbaast psychiater Damiaan Denys van het Amsterdam UMC niet. „Dit laat zien dat niet zozeer het eten zelf belangrijk is bij obesitas, maar vooral ook de controle over het eten. Het bewijst dat obesitas niet alleen een voedingsprobleem is, maar ook een vorm van gedragsverslaving. Mensen eten niet omdat ze honger hebben, maar omdat ze verslaafd zijn aan de activiteit van het eten.”

Hij ziet daarom obesitas als een psychiatrisch probleem. „Bij mensen met bijvoorbeeld een angst- en dwangstoornis is dat ook: het gedrag, zoals steeds de handen wassen, leidt tot angstreductie, maar net als bij verslaving moet je het steeds vaker uitvoeren voor hetzelfde effect.”

Voor diepe hersenstimulatie is een ingrijpende en dure operatie nodig. Kan deze ingreep, responsieve diepe hersenstimulatie, ooit een kosteneffectieve behandeling zijn? Een maagverkleining geeft meer bijwerkingen maar de herseningreep kost ruim het dubbele: in de VS zo'n 30.000 dollar

Responsieve diepe hersenstimulatie kan ooit zeker een behandeling worden voor mensen met morbide obesitas en eetbuien, denkt Denys. „Maar alleen voor de zeer ernstige en onbehandelbare patiënten.” De Amerikanen volgen de twee patiënten nog steeds en willen in een vervolgstudie nóg vier proefpersonen uitnodigen.

Lees ook: Ontzieken: gezond gaan leven als medicijn

Adblock test (Why?)


Vreetbuien te lijf gaan met elektrische schokjes in je brein: 'Mensen eten omdat ze verslaafd zijn aan de activiteit van eten' - NRC
Read More

Dit zijn de drie verschillende soorten huidtumoren en zo kun je ze herkennen - AD

[unable to retrieve full-text content]

Dit zijn de drie verschillende soorten huidtumoren en zo kun je ze herkennen  ADHele verhaal bekijken via Google Nieuws
Dit zijn de drie verschillende soorten huidtumoren en zo kun je ze herkennen - AD
Read More

Monday, August 29, 2022

Waarom nieuwe coronavirussen het grootste gevaar vormen voor een volgende pandemie - Scientias

Waarom nieuwe coronavirussen het grootste gevaar vormen voor een volgende pandemie

Voor de wereld van morgen

Adblock test (Why?)


Waarom nieuwe coronavirussen het grootste gevaar vormen voor een volgende pandemie - Scientias
Read More

Saturday, August 27, 2022

Is het einde van dubieuze medische onderzoeken in niet-westerse landen in zicht? - Volkskrant

De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa bezoekt een lab in 2021. Beeld Gallo Images via Getty Images
De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa bezoekt een lab in 2021.Beeld Gallo Images via Getty Images

In 1996 testte farmaceut Pfizer het nieuwe antibioticum Trovin uit op kinderen in Nigeria tijdens een grote epidemie van hersenvliesontsteking. Het werd een drama. Van de tweehonderd kinderen die meededen aan het onderzoek, overleden er elf binnen een maand. Anderen kregen ernstige bijwerkingen zoals leverschade. Later bleek dat veel ouders niet wisten dat het middel experimenteel van aard was, anders dan de reguliere medicijnen die ze bij het naastgelegen kamp van Artsen zonder Grenzen konden krijgen. Toestemmingsformulieren konden velen niet lezen vanwege hun ongeletterdheid en de mondelinge toelichting die ze kregen was vaak summier en ondoorgrondelijk.

Het zijn praktijken die ethische commissies in Europa of de Verenigde Staten nooit zouden goedkeuren, maar die makkelijker onder de radar blijven op plekken waar toezicht en rechten van proefpersonen slechter geregeld zijn. De Trovintragedie staat niet op zichzelf. De weg van wetenschappelijke kennis is geplaveid met studies waarbij zogeheten ‘ethische dumping’ plaatsvond in regio’s als Afrika en Azië. Het probleem is ook breder dan alleen de medische wetenschap, het raakt bijvoorbeeld ook de archeologie en antropologie. Denk aan het fameuze British Museum in Londen, dat vol staat met controversiële objecten die landen als Egypte en Griekenland al decennialang terugeisen. Of aan de inheemse San-bevolking uit zuidelijk Afrika, die nog geregeld met het denigrerende ‘bosjesmannen’ aangeduid wordt in wetenschappelijke publicaties.

Labfaciliteiten

De laatste tijd waait een andere wind in de academische wereld. Het zelfbewustzijn van veel niet-westerse landen is gegroeid, in het kielzog van hun sociaal-economische ontwikkeling. De verhouding met bijvoorbeeld voormalige koloniserende landen verandert hierdoor. ‘Wetenschappelijke dekolonisering en meer wederzijds respect horen daarbij’, zegt antropoloog Tâm Ngô van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Niod). De geboren Vietnamese onderzoekt onder meer hoe slachtoffers uit de Vietnamoorlog alsnog geïdentificeerd kunnen worden door moderne dna-technieken. ‘In ons project is een flinke discussie gaande over wie de botresten mag onderzoeken. Vroeger zou dat automatisch in het Westen gebeuren, nu zeggen ze in Vietnam: wij hebben ook goede labfaciliteiten, het moet hier gebeuren.’

‘Het past bij de tijdgeest’, zegt ook hoogleraar methodologie en integriteit Lex Bouter (Vrije Universiteit). ‘Gelijkheid, diversiteit en inclusiviteit krijgen tegenwoordig veel meer aandacht. Op een integriteitscongres in Kaapstad waar ik in juni was is nog gewerkt aan een statement over deze thema’s.’

Ook grote wetenschappelijke tijdschriften krijgen zogenoemde ‘ethische dumping’ steeds meer in het vizier. Een sprekend voorbeeld hiervan is een recent ferm statement van Nature Portfolio, de waaier van wetenschappelijke vakbladen die onder toptijdschrift Nature hangen. Het moet maar eens afgelopen zijn met wetenschappelijke uitbuiting van niet-westerse landen, schrijven de Nature-redacteuren: ‘De erfenis van uitsluiting moet ontmanteld worden.’

Voortaan willen ze dat auteurs vragen beantwoorden over ethische aspecten en inclusie als ze werken in minder ontwikkelde landen. Zoals: hoe zijn lokale onderzoekers betrokken? Mochten ze meedenken over de studie-opzet en zijn ze ook medeauteur op de publicatie? En in hoeverre zijn dierexperimenten uitgevoerd die in het Westen verboden zijn? Andere grote tijdschriften zoals The Lancet en het British Medical Journal kennen vergelijkbare ontwikkelingen.

De aangescherpte ethische koers van Nature en andere vakbladen volgt veelal de Global Code of Conduct for Research in Resource-Poor Settings. Deze gedragscode uit 2018 komt weer voort uit een door de Europese Unie (EU) gefinancierd project waarin wetenschappers wereldwijd zich bogen over de vraag hoe je wetenschappelijke uitbuiting kunt voorkomen. Hierin staat bijvoorbeeld dat, naast westerse commissies, ook een lokale ethische commissie goedkeuring moet geven aan een onderzoek.

Een ander belangrijk punt is dat de lokale bevolking profiteert van de uitkomsten. Profiteren betekent bijvoorbeeld dat medicijnen die in een Afrikaans land getest worden, na afloop van de studie ook beschikbaar komen in dat land. En niet dat ze onbetaalbaar zijn, zoals bij hiv-medicatie jarenlang het geval was. Een ander voorbeeld van hoe het niet moet is het coronavaccin van Janssen. Dat werd onder meer getest en vervolgens geproduceerd in Zuid-Afrika, maar het merendeel van de gemaakte vaccins ging vervolgens naar Europa en de VS.

Dat nu ook tijdschriften de Global Code onderschrijven, is het sluitstuk in een breder proces, zegt Michael Makanga, die aan de gedragscode meeschreef. Makanga is directeur van het European & Developing Countries Clinical Trials Partnership in Den Haag. Dit EDCTP is een door de EU opgezette organisatie die medisch-wetenschappelijk onderzoek financiert voor armoedegerelateerde ziekten, zoals malaria, hiv en ebola. ‘Nu is het hele onderzoekstraject afgedekt, van opzet tot publicatie. Veel financiers eisten namelijk al dat subsidieaanvragers zich aan de gedragscode hielden.’ Ook het Nederlandse NWO, dat namens de overheid wetenschappelijke projecten financiert, verlangt dit sinds twee jaar bij bepaalde subsidieprogramma’s.

De strengere eisen van tijdschriften en subsidieverstrekkers zijn niet slechts voor de bühne, maar juist een belangrijke stok achter de deur, zegt integriteitsexpert Bouter. ‘Ze verminderen de vrijblijvendheid.’ Niet alle onderzoekers of farmaceutische bedrijven zullen immers even welwillend zijn. Maar ze moeten nu wel, legt de hoogleraar uit, omdat het voor hen belangrijk is om in toptijdschriften te publiceren. ‘Eenzelfde verschuiving zag je ook bij het delen van onderzoeksgegevens, dat tijdschriften eerder al stimuleerden. Dat was zeldzaam, nu is het de standaard.’

De emancipatie van voormalige ontwikkelingslanden gaat ondertussen verder, weet Radboudumc-hoogleraar Teun Bousema, die malariaonderzoek doet in onder meer Ethiopië en Oeganda. ‘De Bill en Melinda Gatesstichting (een grote filantropische organisatie, red.) geeft bijvoorbeeld tegenwoordig geld rechtstreeks aan instituten uit gebieden waar malaria heerst. Die instellingen kunnen vervolgens zelf bepalen of ze daarmee een westers instituut inhuren, en welke precies.’ Dat vraagt wel om aanpassingsvermogen, benadrukt Bousema. ‘Opeens moeten wij nu onze meerwaarde bewijzen.’

Malaria-onderzoek

Een goede ontwikkeling, vindt hij, omdat landen hierdoor beter een eigen, onafhankelijke onderzoeksinfrastructuur kunnen opzetten. Dergelijke capacity building, in ontwikkelingsjargon, ziet hij ook nadrukkelijk als zijn taak als wetenschapper. Dat gaat verder dan alleen lokale wetenschappers coauteur laten zijn op een artikel. ‘Ik zet in op langdurige samenwerkingen met lokale instellingen. Meer dan de helft van mijn promovendi heeft een Afrikaanse nationaliteit. En een oud-promovendus heeft inmiddels een eigen onderzoeksgroep in Ethiopië. Ik probeer hem nu te blijven ondersteunen, bijvoorbeeld bij het schrijven van subsidieaanvragen.’

Toch blijft er nog een wereld te winnen. Zo zijn (financiële) machtsverschillen lastig weg te nemen. Corona bijvoorbeeld heeft landen bezuiden de Sahara financieel harder getroffen dan Europa en de VS. Daardoor zijn ook de budgetten van lokale ethische commissies soms gedecimeerd, vertelt EDCTP-directeur Makanga. Ook blijven er grote verschillen in opleidingsniveau. Bousema: ‘Veel jonge Nederlandse onderzoekers hier rollen van het vwo naar de universiteit en in een promotietraject. Sommige van mijn Afrikaanse promovendi moesten als kind 10 kilometer naar school lopen. Zij moeten van zo veel verder komen.’

Ook de dagelijkse onderzoekspraktijk is weerbarstiger dan het theoretische ideaal van gedragscodes en richtlijnen. Bousema vertelt hoe Japanse onderzoekers vorig jaar ontdekten dat sommige malariaparasieten in Oeganda resistent waren geworden tegen een veelgebruikt malariamedicijn. Die voor de volksgezondheid belangrijke bevinding deelden ze niet met de lokale autoriteiten. ‘Zij hoorden dit pas toen de publicatie verscheen in het New England Journal of Medicine (een medisch toptijdschrift, red.), ruim een jaar later. Dat kan eigenlijk niet meer, in de 21ste eeuw.’

En wat te doen, ten slotte, met gepubliceerd onderzoek dat volgens de huidige standaarden niet meer door de beugel kan? ‘Dit soort lastige dilemma’s bespreek ik ook vaak met mijn studenten. Ik heb er geen simpel antwoord op’, zegt integriteitshoogleraar Bouter. ‘Als lokale onderzoekers te weinig credits krijgen, lijkt het me onzinnig om de bevindingen te negeren. Bij de de nazi-experimenten uit de Tweede Wereldoorlog is dat heel anders. Maar waar ligt de grens? Je wilt ook niet dat de bijdrage van proefpersonen aan ethisch dubieuze studies helemaal voor niets is geweest.’

Driemaal ethisch dubieus onderzoek

- Zeker 250 Indiase vrouwen overleden aan baarmoederhalskanker in Amerikaans gefinancierd onderzoek naar een nieuwe manier om de ziekte tijdig te herkennen, begin deze eeuw. De slachtoffers zaten in de controlegroep en hadden geen alternatieve screening aangeboden gekregen. Was de studie in de Verenigde Staten uitgevoerd, dan was zo’n alternatief verplicht geweest.

- Genetici van de Amerikaanse Harvard University verzamelden in de jaren negentig duizenden bloedmonsters van inwoners in de arme Chinese provincie Anhui. De onderzoekers kregen miljoenen subsidie van een farmaceutisch bedrijf, dat eigenaar werd van de genetische databank. Proefpersonen profiteerden niet mee, sommigen wisten überhaupt niet dat ze meededen aan wetenschappelijk onderzoek.

- Eind 19de eeuw vond de Nederlandse arts en paleontoloog Eugene Dubois in toenmalig Nederlands-Indië botresten van de Javamens, een voorloper van de moderne mens. Dubois liet de opgravingen doen door dwangarbeiders. De Javamens is nu een van de pronkstukken van museum Naturalis, maar past beter in een Indonesisch museum, vinden sommige roofkunst-experts.

Adblock test (Why?)


Is het einde van dubieuze medische onderzoeken in niet-westerse landen in zicht? - Volkskrant
Read More

Krijg de pokken, zou ik bijna willen roepen - Telegraaf.nl

[unable to retrieve full-text content] Krijg de pokken, zou ik bijna willen roepen    Telegraaf.nl Een 'individuele keuze' over v...