Eerst en vooral: fietsen is een uitstekende en doeltreffende manier om gewicht te verliezen en ook gewoon de leukste manier om kilo’s kwijt te raken. Om je hier wat in te begeleiden geven we je tips over wat je wel en niet moet doen in jouw streven naar een strak rennerslijf.
Duurtraining
Hoe harder je fietst, hoe meer vetten je verbrandt? Fout! Al op een hele lage intensiteit haalt het lichaam energie uit de verbranding van vetten. Pas wanneer de intensiteit opgevoerd wordt, heeft het lichaam niet genoeg aan de verbranding van vetten en put het ook energie uit koolhydraten. Wanneer je helemaal in het rood gaat, volstaat ook de verbranding van suikers niet en schakelt het lichaam over op anaerobe energielevering, waarbij melkzuur ontstaat.
Trainen in zone 2, ook wel ‘duurtraining’ of ‘long slow distance’ (lsd) genoemd, is dus voldoende om maximaal vetten te verbranden. Bovendien hou je die inspanning ook veel langer vol waardoor je sowieso veel meer vetten verbrandt!
Tip: als je nuchter (voor het ontbijt) al even kort en op lage intensiteit gaat trainen, stimuleer je het lichaam om vetverbranding te gebruiken als energiebron.
Interval
We legden net uit waarom fietsen op een lage intensiteit, ideaal is om vetten te verbranden. Toch is de beste manier trainen in intervallen (korte intensieve blokjes, afgewisseld met iets langere pauzes waarbij je heel traag rijdt). Wetenschappelijk onderzoek toonde namelijk aan dat je door middel van intervaltraining een pak meer buikvet verbrandt dan bij trainen op een lagere intensiteit.
Maar opgelet: intervaltraining is een intensieve en belastende manier van trainen! Maximaal 20% van je trainingsvolume mag uit deze vorm van training bestaan en beginners gaan er best voorzichtig mee om. Idealiter wissel je training op lage intensiteit dus af met af en toe wat intervallen, ook wel ‘gepolariseerd trainen’ genoemd.
Hartslag
Je traint op een lage intensiteit als je nog net op een comfortabele manier kan praten. Bij intervallen ga je zo diep dat je naar adem hapt. Om deze trainingen nog efficiënter te kunnen uitvoeren is een hartslagmeter heel handig (maar niet noodzakelijk). Vertrouw echter niet op polsmeting, omdat deze heel vaak onnauwkeurig is! Een borstband is beter.
Nog beter is een wattagemeter op je fiets, want hartslag fluctueert naar gelang je vermoeidheid en is dus een minder betrouwbare monitor van je training dan een wattagemeter. Met een wattagemeter kun je ook precies meten hoeveel calorieën/kilojoule je verbruikt – de profploegen doen het ook op die manier. Het nadeel van een wattagemeter: duur!
Voeding
Nog belangrijker dan de training zelf is voeding. Hoe lang, ver en hard je ook fietst, als je meer calorieën binnen krijgt, dan verbrandt, ga je bijkomen in plaats van afvallen! Denk dus twee keer na voor je na afloop van je training een stuk taart of andere zoetigheden en vettigheden naar binnen werkt. Hetzelfde geldt bij de tussenstopjes onderweg.
Anderzijds moet je voor, tijdens en na het fietsen wel degelijk voldoende eten! Je koolhydraatvoorraad moet terug aangevuld worden en je hebt eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen nodig om te herstellen van je training. Doe je dit niet, dan ga je misschien wel afvallen, maar dan pleeg je roofbouw op je lichaam en dat kan op lange termijn schadelijke gevolgen met zich meebrengen.
Fiets
Je inspanningen en je voeding bepalen hoeveel calorieën je opneemt en verbrandt. De prijs en het gewicht van je fiets gaan daar niets aan veranderen. Met een peperdure blitse bolide waar een prijskaartje van een auto aan vasthangt, ga je dus zeker niet meer vetten verbranden dan met een stalen ros van 20 jaar oud.
Hetzelfde geldt voor een dure fietscomputer, fietskledij, fietsbril, helm…
Slaap
Tot slot helpt ook een goede nachtrust om gewicht te verliezen! Studies hebben namelijk bewezen dat een gebrek aan slaap kan zorgen voor een toename van eetlust en stress, wat dan weer leidt tot een gewichtstoename.
Adblock test (Why?)
Fietsen om gewicht te verliezen: dit moet je wél en niet doen - Wieler Revue
Read More