[unable to retrieve full-text content]
Meer eten en meer snacken in het najaar: dit heb je echt nodig volgens de expert ADMeer eten en meer snacken in het najaar: dit heb je echt nodig volgens de expert - AD
Read More
[unable to retrieve full-text content]
Meer eten en meer snacken in het najaar: dit heb je echt nodig volgens de expert ADInmiddels is er geen provincie meer in Nederland waar geen enkele boer schuimbekkende dieren aantreft. Het virus veroorzaakt bij schapen, maar ook geiten en runderen, ontstekingen in de bek, waardoor eten een bijzonder pijnlijke bedoening is. De dieren kunnen bovendien een dikke kop krijgen en kreupel worden. Ook boeren in Zeeland, tot vorige week het laatste blauwtongvrije bolwerk van Nederland, worden nu met deze beelden geconfronteerd.
[unable to retrieve full-text content]
Zo achterhaal je of jouw cholesterol te hoog is (en dit doe je ertegen) AD30 okt 2023 om 10:04 Update: een dag geleden
Twee tests die in specifieke gevallen kunnen voorspellen of chemotherapie na borstkanker nodig is, worden voortaan vergoed vanuit de basisverzekering. Naar verwachting kunnen hierdoor jaarlijks bijna vijfhonderd patiënten veilig afzien van aanvullende chemotherapie.
Het geldt voor patiënten van boven de vijftig met beginnende borstkanker die weinig tot geen uitzaaiingen hebben. Ook is het belangrijk dat de tumor specifieke kenmerken heeft.
Bij deze doelgroep kunnen de tests goed voorspellen hoe groot het risico is dat de kanker terugkeert. Tot die conclusie is Zorginstituut Nederland gekomen. De belangrijkste taak van deze overheidsorganisatie is het basispakket van de zorgverzekering samenstellen.
Volgens bestuursvoorzitter Sjaak Wijma kunnen de tests "overbehandeling" van kankerpatiënten voorkomen. Dat is ten eerste fijner voor de patiënten: "Geen nare bijwerkingen meer en dus meer kwaliteit van leven. Deze vrouwen kunnen sneller herstellen en hun levens weer oppakken."
Maar het heeft volgens Wijma ook voordelen voor de samenleving. "Het is een echte win-winsituatie. Naast meer kwaliteit van leven kan schaars zorgpersoneel beter worden ingezet."
Daarnaast kunnen er kosten mee bespaard worden. De tests kosten maximaal 5.000 euro per stuk, terwijl chemotherapie volgens Zorginstituut Nederland vaak ruim 15.000 euro per patiënt kost. Als chemo dus niet nodig is, scheelt dat "onnodige zorgkosten".
De tests MammaPrint en Oncotype DX worden met terugwerkende kracht vergoed uit het basispakket.
Oncotype DX wordt al sinds 2021 vergoed voor bepaalde patiënten. Maar tot nu toe kon dat alleen bij borstkanker zonder uitzaaiingen. Nu blijkt volgens Zorginstituut Nederland dat de test ook veilig kan worden gebruikt bij maximaal drie uitzaaiingen in de okselklier.
In 2018 besloot het instituut nog de MammaPrint niet te vergoeden. Maar vanwege nieuwe inzichten is die test nu wel aan het basispakket toegevoegd. "Inmiddels is er genoeg onderzoek gedaan naar de lange termijn en is er ook voor de MammaPrint voldoende bewijs dat vrouwen veilig kunnen afzien van aanvullende chemotherapie."
[unable to retrieve full-text content]
Verstokte roker Eugene krijgt 's nachts plots geen adem: na 42 jaar stopt hij abrupt met roken De StentorHele verhaal bekijken via Google NieuwsDe basiszorgverzekering vergoedt voortaan testen zoals de MammaPrint en Oncotype DX die kunnen beoordelen of vrouwen ouder dan 50 jaar chemotherapie nodig hebben tegen beginnende borstkanker. De testen kunnen volgens het Zorginstituut Nederland op basis van het aantal genen van de tumor effectief voorspellen hoe groot het risico is dat de kanker terugkomt. Normaliter krijgen vrouwen met deze beginnende borstkanker na bijvoorbeeld bestraling of een operatie ook nog chemotherapie.
De testen zijn bedoeld voor vrouwen vanaf 50 jaar met borstkanker in een vroeg stadium. Door de testen kunnen naar verwachting zo'n 600 vrouwen per jaar veilig afzien van aanvullende chemotherapie. De testen kosten maximaal 5000 euro per stuk, maar chemotherapie komt vaak uit op ruim 15.000 euro per patiënt, heeft het Zorginstituut berekend. Als er dus geen chemo nodig is, kan dat 'onnodige zorgkosten' schelen.
Voordat Sabine de diagnose borstkanker kreeg in 2012, had ze last van dicht klierweefsel. Ze maakte zich vaak niet per se druk als ze een knobbel voelde, maar deze keer twijfelde ze. "Ik werd doorgestuurd voor een mammogram en daaruit bleek dat het om een tumor ging."
Ze had een hormoongevoelige variant zonder uitzaaiingen naar de oksel. Haar linkerborst werd geamputeerd en daarna kreeg ze chemotherapie. "Chemo valt niet alleen je verkeerde cellen aan, maar ook de goede. Het geeft zowel op korte als lange termijn bijwerkingen. Mijn haar viel uit, dat is heel zichtbaar voor andere mensen, je ziet er ineens anders uit. Ik had het vaker koud, zelfs in bed omdat ik het niet gewend was om kaal te zijn."
Ook had Sabine het gevoel dat haar gezicht dikker werd en raakte ze haar reuk en smaak kwijt. Naar het toilet gaan was niet meer vanzelfsprekend en ze kreeg last van zweertjes in haar mond. "Bij de eerste chemobehandeling valt het nog mee en voel je je stoer. Maar op dat moment realiseer je je nog niet dat het vanaf de derde behandeling aanvoelt alsof er een vrachtwagen over je heen is gereden."
Het is inmiddels elf jaar later en ze ervaart nog steeds veel klachten. Van tintelingen op haar huid tot gewrichtspijn. "De arts vertelde me dat het een soort trauma is. Er is zoveel gebeurd waardoor m’n lichaam bij het minste geringste denkt: dit gaat fout en dan geeft het pijnsignalen af." Behandelingen in het ziekenhuis en bij een huidtherapeut mochten niet baten. Het zijn gevolgen die ze langzaam aan moet accepteren als consequenties van de chemotherapie.
Sabine vindt het 'heel goed nieuws' dat de mammaprint nu in de basisverzekering komt, zodat 'honderden vrouwen chemotherapie bespaard blijft.'
Medisch oncologen zijn blij met het besluit dat de test nu wel vergoed wordt. Vijf jaar geleden waren zij nog teleurgesteld door het eerdere besluit van het Zorginstituut, omdat chemotherapie erg belastend is voor patiënten. Zij zijn vermoeid en hebben vaak lichamelijke klachten. "Als we al die bijwerkingen achterwege kunnen laten, is dat goed nieuws voor de patiënten”, zegt Sabine Linn, internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (AVL).
Het AVL berekende eerder dat duizend vrouwen tussen de 40 en 70 jaar in aanmerking komen voor een mammaprint, een iets jongere groep dan die nu voor vergoeding in aanmerking komt.
Linn: "Maar hormoongevoelige borstkanker komt veel vaker voor bij vrouwen die ouder zijn dan 50 jaar. Met de test kunnen we één op de twee vrouwen eruit halen die nu chemotherapie krijgen, maar eigenlijk een laag risico op uitzaaiingen hebben."
"Het is een soort nieuwe pandemie", zegt Hoekstra. "We weten allemaal wat er nu speelt met de pesticiden. Dan hoor je dat ze glyfosaat (bestrijdingsmiddel in de landbouw, red.) voorlopig niet willen afschaffen, terwijl er een groot verband is tussen dat soort middelen en de ziekte parkinson. Dan kan ik wel huilen."
Hoekstra hoopt ook anderen bewust te maken van mogelijke parkinson. "Bijvoorbeeld mensen die zich afvragen wat er aan de hand is met hen, waarom ze zo stijf zijn bijvoorbeeld."
Stuive weet zelf hoe lastig het is om als werknemer zonder vast contract in geval van parkinson hulp te krijgen van de Nederlandse overheid. "Je krijgt geen hulp, want je werkt nog. Als je contract afloopt krijg je WW. Als de WW op is, kom je in de bijstand. Dan krijg je pas hulp en zoeken ze weer werk voor je."
Met het groeiend aantal mensen met parkinson moet dat geregeld worden, zegt Stuive. "Wat voor geld kost ik de gemeenschap wel niet als ik niet zou werken? Nu kan ik dat gewoon, maar dat moet dan buiten de regels om worden geregeld. We hebben ook heel veel nul op het rekest gekregen. Ook van de gemeente Achtkarspelen. Het heeft lang geduurd voordat het is toegekend."
Hoestdrankjes, neusspray, thee met honing, paracetamol, een stevige borrel of extra vitamine C slikken. We vroegen onze volgers op Facebook wat te doen bij een flinke verkoudheid. De meeste mensen proberen er met huismiddeltjes vanaf te komen, maar wat helpt echt, en wat niet?
[unable to retrieve full-text content]
Last van psoriasis? 'Laat eens naar je eetpatroon kijken' ADHele verhaal bekijken via Google NieuwsHet blauwtongvirus verspreidt zich als een lopend vuurtje. Waar begin oktober de eerste besmettingen bij Drentse veebedrijven werden gemeld, heeft de virusziekte zich inmiddels als een olievlek uitgebreid over de provincie. Schapenhouders, maar ook eigenaren van runderen en geiten kijken argwanend naar de opmars van blauwtong. Hoe moeten ze verder?
Eén ding is in ieder geval duidelijk. "Het is vijf voor twaalf", luidt de alarmerende boodschap van Bernd Hietberg en Lambert Pijl.
De eerstgenoemde is veearts bij Dierenartsenpraktijk Het Drentse Hart in Beilen. Pijl is met zijn schapenhouderij in Hijken één van de grootste in Drenthe. Aan tafel bij het Radio Drenthe-programma Cassata trekt hij aan de alarmbel. "Als we niks doen, en het virus komt volgend jaar weer terug, dan voorspel ik dat vijftig, of misschien wel zestig procent van de schapen verdwijnt uit Drenthe."
Als 11-jarig jochie begon hij binnen het schapenhoudersgilde. Nu, op 62-jarige leeftijd, lijkt de wanhoop nog nooit zo nabij geweest. "Als je bij je land komt... dan is het moeilijk", snikt hij.
Veearts Hietberg valt hem bij: "Het gaat heel, héél hard. In Drenthe is het nu een dag of tien á vijftien goed aan de gang. Inmiddels krijgt de ophaaldienst het bijna niet meer opgehaald", ziet hij dieren massaal bezwijken. "En iedere dag komen er bedrijven met besmettingen bij."
Boosdoeners zijn minuscule mugjes die 'knutten' heten. Ze brengen het virus over en richten een waar slagveld aan. Minstens 3.500 veebedrijven in Nederland zijn al getroffen. Symptomen bij zieke dieren zijn hoge koorts, zwellingen, stijfheid, kapotte lippen en na verloop van tijd een blauwe tong.
Pijl vreest ook dat blauwtong gevolgen gaat hebben voor de lammertijd. Volgens hem treft het namelijk ook goede dek-rammen. Hij vreest dat blauwtong doorwerkt en dat er misvormde lammeren worden geboren, of dat lammeren geaborteerd moeten worden.
"We verwachten meer kleine uitbraken van infectieziekten die we nu nog als tropisch beschouwen", zegt Hoogleraar Martin Grobusch, hoofd van het Centrum voor Tropische Geneeskunde en Reizigersgeneeskunde van het Amsterdam UMC.
Hij voegt daaraan direct toe: "Nieuwe tropische ziektes klinken misschien spannend, en het is zonder twijfel te verwachten dat dit gebeurt, maar dit zal niet ons meest urgente probleem zijn als we het hebben over klimaatverandering."
"We hebben al gevallen van het westnijlvirus in ons land, en we zullen in de toekomst ook dengue en andere door muggen overgedragen ziektes zien", zegt Grobusch. "Zelfs malaria lijkt mogelijk. Misschien niet grootschalig, maar als lokale uitbraak."
Hoogleraar Marion Koopmans, hoofd van de afdeling Viroscience van het Erasmus MC, beaamt dat: "We zien inderdaad kleine uitbraken, maar het leggen van directe verbanden met klimaatverandering is niet makkelijk."
Het risico op vectorziekten (ziektes die overgedragen kunnen worden door bijvoorbeeld muggen of teken) neemt toe, zegt Koopmans. "Je ziet voor die infecties dat een combinatie van een hogere temperatuur en hogere vochtigheid belangrijk is. Opwarming gaat het leven voor die vectoren, de muggen, gemakkelijker maken. Drogere zomers zijn dan weer ongunstig voor de muggen, het is dus niet heel makkelijk te voorspellen."
Muggen kunnen verschillende ziektes overbrengen. Het westnijlvirus, Dengue (knokkelkoorts), gele koorts, zika en malaria zijn enkele van die ziektes.
Maar volgens Koopmans vormen niet alleen ziektes die door muggen worden overgebracht een risico. Zij wijst ook op de risico's van natuurverschijnselen als overstromingen, die door klimaatverandering vaker kunnen voorkomen.
"Een grote categorie infectieziekten is via water en voedsel overdraagbaar. Als door extreem weer de riolen overstromen, doet dat wat met de omgeving", zegt Koopmans. "Je hebt dan bijvoorbeeld ook meer kans op voedselinfecties."
Het risico op dit soort ziektes wordt dus groter, maar grote uitbraken van bijvoorbeeld dengue of het westnijlvirus kunnen hier worden voorkomen, zegt Grobusch. Belangrijk daarbij is dat huisartsen sneller symptomen van infectieziektes - die nu nog exotisch - zijn gaan herkennen. Of beter gezegd: wéér gaan herkennen, merkt Grobusch op.
Grobusch: "Twee of drie generaties terug zou elke huisarts in Friesland malaria herkennen. Het laatste lokale geval dateert van 1958. Het is pas 50 jaar geleden dat Nederland door de WHO niet meer als malaria-endemisch gebied werd gezien."
Koopmans doet met het Pandemic and Disaster Centre onderzoek naar de veranderingen die we in het landschap kunnen verwachten als gevolg van klimaatverandering. "Met een dalende grondwaterspiegel en stijgende zeespiegel zie je een steeds bredere strook land aan de kunst verzilten", zegt zij.
"Bovendien zijn er plannen voor meer waterbuffergebieden en wetlands om overstromingen tegen te gaan. Die zullen bij klimaatopwarming vaker voorkomen. Dat zijn omstandigheden waarin bijvoorbeeld malariamuggen prima gedijen."
Toch, zegt Grobusch, moeten we ons niet blindstaren op de komst van tropische ziektes naar Nederland. "Dit is nu nog niet het grootste probleem, en het wordt in Nederland ook niet ons grootst probleem in verband met klimaatverandering. Van een toename van overdraagbare infectieziekten moeten we niet wakker liggen”, zegt de hoogleraar. “Maar we hebben wel alle reden om wakker te liggen en na te denken hoe we klimaatverandering kunnen tegengaan."
En ook voor het landschapsonderhoud heeft het uitvallen van schapen gevolgen. "Grote delen dijken in Nederland worden onderhouden door schapen", vertelt Pronk, die zelf ook schapen op de dijk heeft staan. "Schapen zijn daar ook heel geschikt voor. Ze zijn niet zo zwaar en hebben heel kleine pootjes. Daardoor trappen ze de dijk niet stuk, maar krijg je wel een dichte grasmat. En ze houden het gras ook kort."
Naast dijken worden schapen ook op het Goois Natuurreservaat ingezet voor landschapsonderhoud. Normaliter gaat schapenherder Rozenn Le Buhan erop uit met de schapen om ze op het reservaat te laten grazen. Vanwege het blauwtongvirus is echter besloten om de schapen binnen te houden, om de kans op besmetting mogelijk te verminderen. "Deze tijd wil je eigenlijk nog gewoon lekker op de hei lopen totdat de lammerperiode begint. Het voelt heel vreemd dat je niet op de heide staat", vertelt Le Buhan.
Het Goois Natuurreservaat heeft ook besloten om de schapen niet te laten dekken, omdat er nog veel onduidelijk is over de consequenties. "Er werd bijvoorbeeld veel verteld over dat er miskramen kunnen komen. En als zo’n lammetje ter wereld komt, hoe komt het dan ter wereld?", zegt Le Buhan. "Dus toen hadden wij zoiets van, dan slaan we gewoon een jaar over. Voor ons is het geen inkomstenbron."
Voor schapenboeren is dat anders. Schapenboer Pronk heeft daarom besloten het risico wel te nemen. "De ram gaat er gewoon wel weer bij. En dan hopen we dat we in het voorjaar gezonde lammetjes hebben."
[unable to retrieve full-text content]
Deze ingrediënten zou je standaard in huis moeten hebben Telegraaf.nlBelgische cijfers blijven maar vinden: Donald Trumps ‘wonderpil’ tegen corona, hydroxychloroquine, haalde wél iets uit. Of ziet men het verkeerd?
‘Ik ben ervan overtuigd dat hydroxychloroquine geen wondermiddel is’, zegt internist Gert Meeus van ziekenhuis AZ Groeninge in Kortrijk. ‘Maar ik denk wel dat er aanwijzingen zijn voor een bescheiden effect tegen corona.’
Afgelopen week veroorzaakte Meeus enige opschudding, vanwege een opvallende ontdekking die hij samen met negen andere artsen publiceerde. Hydroxychloroquine, het middel dat in het begin van de coronapandemie werd bejubeld door onder meer Donald Trump en Jair Bolsonaro, lijkt indertijd wel degelijk te hebben gewerkt tegen doodgaan aan corona.
Een explosieve vondst. Nadat enkele labstudies begin 2020 hadden gevonden dat het middel in cellen werkt tegen virusreplicatie, grepen nogal wat tegenstanders van coronamaatregelen hydroxychloroquine aan als redmiddel tegen lockdowns en massavaccinatie. Weg met die maatregelen, neem gewoon een pilletje HCQ! Maar dat was voordat de ene na de andere gedegen studie uitwees dat het middel niet alleen níét, maar zelfs juist averechts werkt. Patiënten die men ermee behandelde, stierven vaker dan ónbehandelde.
Einde verhaal? Toch niet. In België vonden al twee eerdere onderzoeken dat ernstig zieke coronapatiënten die in het ziekenhuis hydroxychloroquine kregen, toch echt minder vaak overleden. Meeus vond dat ook, door terug te blikken op de patiënten in zijn ziekenhuis. Wie het middel niet kreeg, had 57 procent meer risico om corona niet te overleven, aldus de onderzoekers.
Waarom nu ineens wel? ‘Misschien omdat wij een lagere dosering gebruikten’, oppert Meeus desgevraagd. De grote studies van ziekenhuispatiënten begonnen immers met toediening van tien pillen in een etmaal, een begindosis die misschien de sterfgevallen verklaart.
Maar critici wijzen erop dat je in andere onderzoeken toch wel iets van een effect had moeten zien, en denken dat Meeus gewoon iets over het hoofd ziet. ‘Alle gerandomiseerde studies – waarbij je patiënten willekeurig toewijst aan een behandelgroep of een placebogroep – komen tot dezelfde conclusie, namelijk dat dit middel niet werkt’, zegt arts-microbioloog Marc Bonten. ‘Als deze onderzoekers dan iets totaal anders vinden, moeten alle alarmbellen gaan rinkelen.’
Meeus moet een of ander cruciaal verschil tussen de behandelde groep en de 3.500 niet met HCQ behandelde Belgen die hij gebruikte als vergelijkingsmateriaal hebben gemist, denken de critici. ‘Hoe ziek waren die andere patiënten? Hoe werden ze behandeld?’, vraagt Bonten zich af. ‘Er zal een wezenlijk verschil tussen de groepen zijn om die 57 procent te verklaren.’
Meeus zegt dat hij overal rekening mee heeft gehouden. En wijst erop dat hij leunt op de enorme gegevensbank van cijferinstituut Sciensano: ‘Ik kan me geen betere controlegroep voorstellen dan álle Belgische patiënten die in deze periode voor covid werden behandeld.’
Na doorvragen denkt Meeus dat hij één alternatieve verklaring niet goed heeft kunnen uitsluiten: een placebo-effect. Bij binnenkomst in het ziekenhuis konden patiënten die eerste maanden kiezen: de enige experimentele behandeling die er was, of toch maar het beste ervan hopen. ‘Mogelijk heeft dat enig verschil gemaakt.’
Zou het dan toch? Na alle heisa? ‘Ik denk dat we het antwoord nooit zullen weten. En het heeft geen zin de hele discussie weer op te rakelen. Maar ik hoop wel op een evenwichtig beeld’, zegt Meeus, die uitnodigingen van allerlei bedenkelijke antivaccinatie- en andere activistische kanalen afhield. ‘Ik ben blij dat dit nu in de annalen van de wetenschap is vastgelegd. We hebben in elk geval geen schade aangericht, toen we dit middel in het begin van de pandemie voorschreven.’
[unable to retrieve full-text content]
Brenda (51) raakte haar relatie kwijt door de nasleep van kanker Libelle[unable to retrieve full-text content]
[unable to retrieve full-text content]
Eric Scherder: 'Er overlijden meer mensen aan zitten, dan aan roken' Telegraaf.nlDoor middel van kunstmatige intelligentie en de gegevens van 1 miljoen patiënten, wordt er gezocht naar nieuwe strategieën om over te stappen van uniforme naar gepersonaliseerde zorg. Vier aspecten van de zorg moeten door het onderzoek verbeterd worden. Het gaat dan om het stellen van een vroegtijdige diagnose en het indelen van subgroepen, de risico-indeling om de urgentie van een behandeling te bepalen, de individuele reactie op de behandeling voorspellen en het betrekken van de perspectieven van de patiënten.
[unable to retrieve full-text content]
'Fitfluencer' legt bijna het loodje door vetverbranders: 'Mijn lichaam begon zichzelf op te eten' Telegraaf.nlFriet, pizza of gebak: wie lust het niet? Het is zelfs behoorlijk uitdagend om voedingsmiddelen met veel vet en suiker de hele week door links te laten liggen. Maar waarom is onze zucht naar ongezond eten zo groot?
Hoezeer je ook het voornemen hebt om dagelijks gezond te eten, dat stuk chocolade dat nog in de kast ligt, lonkt waarschijnlijk toch. Voedingsmiddelen met veel vet en suiker zijn vaak onweerstaanbaar, wat ertoe kan leiden dat je te veel eet en zwaarder wordt. Hoewel we vaak denken dat de zoete smaak de grootste verleiding vormt, hebben onderzoekers nu ontdekt dat niet je tong, maar je hersenen verantwoordelijk zijn voor onze liefde voor vetrijk voedsel.
Brein
In een nieuwe studie maakten onderzoekers hersenscans van een aantal proefpersonen terwijl zij voedsel variërend in vet- en suikergehalte aten. Vervolgens bestudeerden ze welke specifieke hersengebieden actief werden. Het team ontdekte dat een deel van de hersenen genaamd de orbitofrontale cortex (OFC) met name geactiveerd werd. Dit hersengebied lijkt te reageren op de gladde textuur die in de mond ontstaat bij het eten van vet voedsel. “De OFC is een cruciaal beloningssysteem in onze hersenen,” legt onderzoeker Fabian Grabenhorst in een interview met Scientias.nl uit. “Het krijgt input van al onze zintuigen (zoals smaak, geur, aanraking – inclusief de aanraking in onze mond -, zicht en zelfs temperatuur in de mond). Hierdoor is het in staat om allerlei sensorische informatie van voedingsmiddelen te combineren en de mate van genot die we aan het eten beleven, te bepalen.”
Meer over de orbitofrontale cortex
De orbitofrontale cortex (OFC) is een specifiek deel van de frontale kwab in de hersenen, gelegen direct achter de oogkassen. Het is een belangrijk hersengebied dat betrokken is bij diverse cognitieve functies en gedragsregulatie. De OFC speelt onder andere een cruciale rol bij het beoordelen van de beloningswaarde van voedsel en het reguleren van eetgedrag, waardoor het een belangrijk onderdeel is van het hersensysteem dat ons aanzet tot eten en onze voedselvoorkeuren beïnvloedt.
Mensen met een gevoeligere OFC leken bovendien meer vet te eten. “De deelnemers kwamen een paar dagen na hun hersenscan terug naar het laboratorium voor een ‘gratis lunch’,” vertelt Grabenhorst. “Ze kregen de keuze tussen verschillende curry-maaltijden met verschillende hoeveelheden vet en suiker. Het opvallende hier is dat degenen bij wie de OFC sterker reageerde tijdens de hersenscans, later tijdens de lunchtest meer van de meest vette curry aten.” Dit suggereert dat de OFC de gladde textuur van voedsel waarneemt en deze sensorische informatie koppelt aan hoe lekker we het vinden, wat vervolgens het eetgedrag beïnvloedt.
Prijs
Daarnaast waren de proefpersonen met een gevoeligere OFC ook het meest bereid om de hoogste prijs voor het vette voedsel te betalen. “Tijdens de experimenten konden de deelnemers geld bieden, wat ons hielp om te begrijpen waar hun voorkeur naar uitging,” licht Grabenhorst toe. “Het moedigde de deelnemers aan om eerlijk te vertellen hoeveel ze het voedsel in hun eigen beleving waard vonden. Wat we ontdekten, is dat de OFC dus sterk reageert op voedsel in onze mond, het mondgevoel dat hiermee gepaard gaat. Dit deel van de hersenen koppelt vervolgens deze informatie aan de hoogte van het bedrag dat ze ervoor wilden geven.”
Cellen
Een prangende vraag is natuurlijk waarom de OFC zo sterk op vet eten reageert. “We denken dat dit te maken heeft met bepaalde cellen in de OFC,” veronderstelt Grabenhorst. “Deze cellen zijn extra gevoelig voor bepaalde stoffen in voedsel, zoals suiker en vet. Ze gebruiken informatie van onze smaakpapillen en zetten dit om in een soort code in onze hersenen die te maken heeft met genot.”
Textuur
Waarom we dus zo’n zwak hebben voor vet voedsel? De onderzoekers hebben met hun studie aangetoond dat dit niet alleen komt door de smaak, maar dus ook door de textuur. Iets dat overigens niet heel verrassend is. “Eerdere onderzoeken hadden al aangetoond dat mensen een voorkeur hebben voor vet voedsel vanwege bepaalde textuurkenmerken, zoals hoe romig of prettig het aanvoelt,” stelt Grabenhorst. “Maar het was onduidelijk hoe specifieke meetbare eigenschappen van vet eten hier precies aan bijdragen. Onze studie laat nu zien dat een specifieke eigenschap van de textuur in de mond, genaamd de glijdende wrijvingscoëfficiënt, een grote rol speelt in onze voorkeur voor vet voedsel. Dit betekent dat mensen de neiging hebben om voedingsmiddelen te verkiezen die zowel zoet smaken (vanwege de suiker) als een zachte, gladde textuur hebben die wordt veroorzaakt door het vetgehalte van het voedsel.”
Obesitas
De bevindingen duiden erop dat de OFC weleens een belangrijke rol kan spelen bij overeten, gewichtstoename en obesitas. De textuur van voedsel kan er in zekere zin voor zorgen dat we te veel vetrijk voedsel eten. En dat zijn waardevolle inzichten die kunnen helpen om overgewicht aan te pakken.
Hoe? Volgens de onderzoekers zou toekomstig onderzoek zich kunnen richten op het maken van voedingsmiddelen met een textuur die doet denken aan vet, maar dat in werkelijkheid niet is. Op die manier kunnen we onze hersenen ‘foppen’. “Een belangrijke uitdaging in de voedseltechnologie is om het vetgehalte in voedingsmiddelen te verlagen zonder de beloningswaarde van de voedingsmiddelen te beïnvloeden,” zegt Grabenhorst. “In de toekomst willen we bestuderen hoe de OFC op verschillende soorten voedsel reageert. Als we dat weten, kunnen we mogelijk ook manieren vinden om het vet in voedingsmiddelen te verminderen, terwijl we de smakelijke textuur behouden. Dit kan helpen bij het creëren van voedingsmiddelen die zowel gezond als lekker zijn.”
[unable to retrieve full-text content]
Wat helpt wel en niet tegen een verkoudheid? 'Je mag neusspray maximaal een week gebruiken' ADHele verhaal bekijken via Google NieuwsAan het onderzoek dat ongeveer tien jaar duurde werkten 500 deelnemers aan. Bij deze groep was baarmoederhalskanker vastgesteld in een gevorderde stadium. De helft van de groep kreeg de nieuwe behandeling die uit een zes weken durende kuur bestond van chemotherapie met bestraling (chemoradiatie) en de 'gebruikelijke' bestraling. De andere helft kreeg de standaardbehandeling.
Na vijf jaar leefde 80 procent van de personen die deze nieuwe behandeling had gekregen en bij 73 procent was de kanker niet teruggekeerd of verder verspreid. Ter vergelijking: in de 'gewone' behandelgroep was 72 procent nog in leven en was bij 64 procent de kanker niet teruggekeerd of verspreid.
Gynaecoloog Ruud Bekkers van de Catharina Ziekenhuis in Eindhoven is 'zeer positief' over het onderzoek. "Als je naar de resultaten kijkt, zie je dat het verschil na tien jaar nog steeds groot is. Er zijn niet veel nieuwe therapieën die 10 procent nieuwe winst opleveren na zo'n lange tijd. Dat is bij deze wel het geval en daarom is dit zeker veelbelovend."
De geneesmiddelen van deze behandeling zijn relatief goedkoop en zijn ook al goedgekeurd voor gebruik bij patiënten. Dat deze nieuwe behandeling wellicht dus ook naar Nederland zal komen voor baarmoederhalskanker, is volgens Bekkers aannemelijk.
"Het gesprek zal hier zeker over losbarsten. Een collega zei dat het een gamechanger gaat worden. Er gaat nog een commissie in Nederland kijken naar het onderzoek en of er genoeg bewijs is voor de resultaten. Maar wat mij betreft moeten we dit invoeren voor patiënten."
Baarmoederhalskanker wordt het vaakst gediagnosticeerd bij vrouwen begin dertig. Toch kan het ook voorkomen bij ouderen en daarom ziet Bekkers het liefst dat er ook gekeken wordt naar preventie van de ziekte. Zoals de HPV-vaccinatie. "Als iedereen die neemt, dan hebben we over een paar jaar helemaal niet meer dit probleem."
[unable to retrieve full-text content]
Kan staar terugkomen na de operatie? Oogarts beantwoordt veelgestelde vragen over staar AD22 okt 2023 om 18:49 Update: 10 uur geleden
Onderzoekers hebben twee nieuwe effectieve manieren ontdekt om uitgezaaide blaaskanker te behandelen. Bij beide methodes nam de kans op overlijden bij behandeling met meer dan 20 procent af. Het Nederlandse onderzoeksinstituut Antoni van Leeuwenhoek spreekt van een doorbraak.
De nieuwe aanpak komt voort uit twee internationale studies waarvan de resultaten zondag zijn gepresenteerd op een Europees oncologiecongres in Madrid. De onderzoeken waren allebei zogeheten fase 3-studies, de laatste onderzoeksfase voordat een middel op de markt kan worden gebracht en waarbij een medicijn op grote groepen patiënten wordt getest.
De meeste patiënten met uitgezaaide blaaskanker krijgen in eerste instantie chemotherapie, maar de resultaten daarvan waren beperkt. Een van de twee onderzoeken richtte zich de afgelopen jaren daarom op de vraag of chemotherapie kan worden gecombineerd met immuuntherapie, waarbij het eigen afweersysteem wordt gestimuleerd om kankercellen te bestrijden.
Volgens het Antoni van Leeuwenhoek, dat heeft meegewerkt aan de onderzoeken, nam de kans op overlijden bij behandeling met die combinatie met 22 procent af in vergelijking met alleen een chemobehandeling. Ook bleef de tumor beter onder controle.
Het andere onderzoek keek naar de combinatie van immuuntherapie met een ander medicijn. Ook die studie liet "belangrijke en betekenisvolle verbeteringen in de algehele overleving" zien en in "de tijd dat de tumor niet groeit", aldus het Antoni van Leeuwenhoek. Volgens het in kanker gespecialiseerde onderzoeksinstituut nam de kans op overlijden in dit onderzoek nog sterker af.
Medisch oncoloog Michiel van der Heijden van het Antoni van Leeuwenhoek, die betrokken was bij beide studies en de resultaten van een daarvan in Madrid heeft gepresenteerd, zegt dat de uitkomsten een mijlpaal markeren.
"Deze bevindingen openen nieuwe mogelijkheden voor de behandeling van blaaskanker. Het getuigt van de gezamenlijke inspanningen van onderzoekers en - nog belangrijker - de veerkracht van de patiënten die aan dit onderzoek hebben deelgenomen."
Aan het onderzoek naar de combinatie van chemotherapie en immuuntherapie deden 608 patiënten mee uit 29 landen. Bij de tweede studie waren 886 patiënten betrokken uit een onbekend aantal landen.
Beide behandelingen moeten nog worden geregistreerd en goedgekeurd in Nederland om door de zorgverzekering te kunnen worden vergoed.
[unable to retrieve full-text content]
Kan staar terugkomen na de operatie? Oogarts beantwoordt veelgestelde vragen over staar ADDe urinelucht komt het rijtje mannen voor de bus indringend tegemoet. “We staan precies in de wind”, zegt een van de werknemers van GGD Haaglanden, die zich deze donderdagavond zichtbaar niet willen laten ontmoedigen door deze minder prettige werkomstandigheden. “We hebben een beetje pech.”
Het urinoir op de hoek van de straat zorgt voor flinke overlast. Maar ook het groepje heren voor de bus lijkt er nauwelijks acht op te slaan. Zwijgend staan deze klanten van sekswerkers in de rij voor een test op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's), precies om de hoek van de tientallen rood verlichte ramen in de Haagse Doubletstraat.
In deze bus worden bloed en urine afgenomen, om te worden getest op gonorroe, chlamydia, syfilis, hepatitis-B en hiv. De mannen in de rij zijn net door medewerkers gestrikt voor deelname aan deze ‘klantenactie’. Eenvoudig is dat niet, veel mannen reageren schichtig. Een enkeling stelt wat wedervragen en schiet daarna alsnog weg.
Contact ligt gevoelig in deze straat. “Ik kwam net een oude klasgenoot tegen van de middelbare school”, zegt veldwerker Yanthe Visee, die met collega’s de raamstraat op en neer loopt en mannen aanspreekt. “Hij zag me en dook meteen weg.”
Acties gericht op de sekswerkers zelf zijn er al volop, ook in Den Haag. Zo krijgen sekswerkers begeleiding aangeboden. Deze actie mikt juist op de andere kant, die van de klant. Zoals Rotterdam dit najaar in een felle campagne drugsgebruikers aanspreekt, zo spreekt Den Haag de klanten van sekswerkers aan. Zij krijgen snoepjes, condooms en een flyer in de handen gedrukt door het personeel van SHOP (Stichting Hulpverlening Opvang, Prostitutie en Mensenhandel) en Spot 46, het Informatie en -Adviescentrum voor (ex) sekswerkers.
‘Ik neem mijn verantwoordelijkheid’, staat op de condooms. De flyer heeft een QR-code, die leidt naar een website met deviezen. ‘Ik meld signalen van uitbuiting en gedwongen prostitutie’, staat op die site. ‘Ik gebruik altijd een condoom en laat me regelmatig testen op SOA’. En: ‘Ik betaal een eerlijke prijs en behandel een sekswerker met respect’.
Deze actie moet het morele kompas van de seksklant verbeteren. Daar ontbreekt het nog te vaak aan. ‘Veertig euro voor een uur, over een lagere prijs valt niet te discussiëren’, staat er tegenwoordig op de Engelstalige bordjes die in de straat hangen. Sommige sekswerkers laten zich door klanten verleiden tot lagere bedragen, bijvoorbeeld als er weinig klandizie is.
De gratis, anonieme test op soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) “is het lokkertje”, zegt Yvon Overgoor, coördinator sekswerk van GGD Haaglanden. “Normaal moet er voor zo’n test betaald worden. En is het ook niet anoniem. Hiermee benadrukken we dat het belangrijk is om voor jezelf te zorgen, voor de gezondheid van de sekswerkers en voor de gezondheid van jezelf.”
“We werken in deze straat hard om het vertrouwen te winnen,” zegt Maryo Kleinbussink van het informatiecentrum van sekswerkers. Dat beroep had ze zelf ook. “Ik heb gestript.” Vanavond draagt ze grote oorbellen met het woord ‘sex’. Vol zelfvertrouwen haalt ze mannen over om de test te doen en de flyer aan te nemen.
“Het vertrouwen is hier broos. Sekswerkers kun je vanavond maar beter niet aanspreken. Zij zijn echt aan het werk.” En dat niet alleen: “De dames zien ons liever niet komen”, weet Germain Akkermans, ook van de GGD. “Ze zijn bang dat het klanten kost.”
De campagneslogan ‘ik neem mijn verantwoordelijkheid’ betekent ook niet dat veldwerker Visee hoopt dat deze Haagse raamstraat helemaal verdwijnt. “Nee hoor, helemaal niet. Dit beroep is er niet voor niets. Mensen hebben behoefte aan intimiteit. En aan seks. Alleen: zorg voor elkaar.”
Om negen uur 's avonds zit het er op. De bus rijdt naar het lab, over niet al te lange tijd krijgen de heren hun uitslag. Op anonieme basis, uiteraard, aan de hand van een code. Drie keer per jaar kunnen ze terecht in deze bus.
“Je tijdens deze actie laten testen wordt steeds populairder”, zegt GGD’er Overgoor. “De aantallen stijgen. Gisteren hadden we dertig klanten in de bus. Vanavond stroomt het ook goed door.” Soms blijkt de klant aanspreken op hun gedrag alleen niet voldoende. GGD’er Akkermans: “Als ik zo om me heen hoor wat voor vragen er worden gesteld, merk ik dat lang niet iedereen überhaupt weet wat soa’s zijn.”
Ondanks luide protesten houdt de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema vast aan de komst van een erotisch centrum buiten de binnenstad. Of dat de gewenste rust op de Wallen zal brengen, is de vraag.
Eindelijk is bevestigd dat darmbacteriën een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de ziekte van Alzheimer.
Ondertussen wordt het steeds duidelijker dat er een verband bestaat tussen de darmflora en het brein. Er wordt zelfs gesuggereerd dat deze connectie betrokken is bij de oorsprong en/of ontwikkeling van verschillende menselijke aandoeningen, waaronder de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers besloten dit in een nieuwe studie nader te bestuderen. En wat blijkt? “We hebben inderdaad bevestigd dat de samenstelling van de darmflora een rol speelt bij de ontwikkeling van deze ziekte,” aldus onderzoeker Sandrine Thuret.
Meer over de ziekte van Alzheimer
Alzheimer’s is de meest voorkomende oorzaak van dementie, wat een algemene term is voor geheugenverlies en andere ernstige cognitieve problemen die het dagelijks leven verstoren. Aangezien de bevolking steeds ouder wordt, loopt ongeveer één op de drie mensen die vandaag geboren wordt het risico om Alzheimer te ontwikkelen. Onderzoekers werken dan ook aan plannen om het gezond ouder worden van onze hersenen te bevorderen en om behandelingen voor Alzheimer te verfijnen en te verbeteren. Ze doen dit door te bestuderen hoe darmbacteriën reageren op levensstijl-invloeden zoals voeding en lichaamsbeweging.
Voor dit onderzoek leverden deelnemers, waarvan 69 Alzheimer-patiënten en 64 gezonde mensen, bloedmonsters in. Daarnaast leverden sommige deelnemers monsters van hun darmbacteriën door middel van ontlastingsmonsters. Vervolgens werden de darmbacteriën van patiënten met Alzheimer overgebracht naar zestien ratten. Tegelijkertijd ontving een andere groep van zestien ratten de darmbacteriën van gezonde mensen. 10 dagen later ondergingen de ratten tests om hun gedrag te beoordelen. Deze tests waren speciaal ontworpen om hun geheugenprestaties te meten. Ook keken de onderzoekers naar andere gedragseigenschappen die met de ziekte van Alzheimer in verband worden gebracht.
Afwijkend gedrag
Het experiment leidt tot een interessante ontdekking. Want opvallend genoeg vertoonden de ratten die de darmbacteriën van Alzheimer-patiënten hadden ontvangen, afwijkend gedrag met betrekking tot hun geheugen. “De tests die we gebruikten om het geheugen te meten, zijn gebaseerd op de ontwikkeling van nieuwe zenuwcellen in een deel van de hersenen dat de hippocampus heet,” legt onderzoeker Yvonne Nolan uit. “We ontdekten dat dieren met de darmbacteriën van Alzheimer-patiënten minder nieuwe zenuwcellen aanmaakten en daardoor een slechter geheugen hadden.”
Transplantatie
De studie is baanbrekend. Want voor het eerst hebben wetenschappers aangetoond dat geheugenproblemen bij mensen met Alzheimer kunnen worden doorgegeven aan jonge ratten door middel van het transplanteren van darmbacteriën. En dit toont aan dat darmbacteriën een rol spelen bij deze ziekte. Het betekent dat er dus inderdaad een verband bestaat tussen de darmflora en de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer.
Hoe eerder, hoe beter
Dit benadrukt dat het onderzoek naar darmbacteriën een belangrijk gebied is voor het begrijpen van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie. En dat is een belangrijke stap voorwaarts. Het kan er misschien zelfs voor zorgen dat deze ziektes eerder wordt opgemerkt, wat van grote waarde is. Hoe eerder Alzheimer namelijk wordt opgespoord, hoe beter de vooruitzichten voor een patiënt zijn. Dat komt omdat neurologen het er over het algemeen over eens zijn dat met (toekomstige) behandelingen van Alzheimer zo vroeg mogelijk moet worden begonnen, het liefst nog voor de eerste symptomen zich aandienen. Want zodra er symptomen optreden, zijn de hersenen vaak al zodanig beschadigd dat een volledig herstel onmogelijk is. “Mensen met Alzheimer krijgen meestal pas een diagnose wanneer ze al tekenen van cognitieve problemen vertonen,” zegt neuroloog Yvonne Nolan. “Dit is wellicht te laat, vooral voor de huidige behandelmethoden. Het begrijpen van de rol van darmbacteriën in de vroege stadia van dementie, voordat symptomen optreden, kan mogelijk nieuwe behandelmethoden of zelfs op maat gemaakte interventies mogelijk maken.”
Dit kan mogelijk de weg vrijmaken voor nieuwe behandelingen, iets waar veel behoefte aan is. “Alzheimer is een verraderlijke aandoening waarvoor op dit moment nog geen doeltreffende behandeling bestaat,” zegt Thuret. “Dit gezamenlijke onderzoek legt een stevige basis voor toekomstige studies. En mijn hoop is dat dit kan leiden tot mogelijke verbeteringen in de behandeling van deze slopende ziekte.”
[unable to retrieve full-text content]
Bij Pointer zag ik Jeanette Lohuis staan op haar gortdroge lap grond in Spanje. Totale oppervlakte 13.000 vierkante meter. Met hier en daar wat struiken, vlak bij Valencia, in de buurt van mooie natuur en een charmant dorpje. Ze wees naar links en ze wees naar rechts, deze eigenaar van de webshop AutonoomTotaal.nl. „Hier komen twintig houten huisjes”, zei ze. Dat wordt straks het centrum van de autonome leefgemeenschap. Grote moestuin erbij. Meer is er niet nodig om „lekker samen te leven”.
Via haar webshop valt een compleet pakket aan te schaffen waarmee een Nederlandse burger zich autonoom kan verklaren. Voor een paar tientjes koop je een nep-ambassadebordje. Spijker dat op de voordeur en schuldeisers en deurwaarders zullen gewaarschuwd zijn. Hier woont iemand met „diplomatieke onschendbaarheid”. Deze persoon is ‘autonoom’ en valt – zogenaamd – buiten de Nederlandse wet. Regels gelden niet, over rechten valt te praten. Wel met autonomen. Die kunnen hun principes prima verenigen met een bijstandsuitkering, een soevereine burger daarentegen levert paspoort en burgerservicenummer in en ‘bestaat’ niet meer voor de overheid – dat is althans het streven.
Jeanette Lohuis betaalt „uit principe” geen belastingen. Zij heeft, zegt zij, de overheid nooit toestemming gegeven die bij haar te innen. „Er is geen contract.” Ook in Spanje, als ze zich daar al heeft ingeschreven, betaalt ze geen inkomstenbelasting en geen wegenbelasting. „Ik rij naar de winkel en weer terug, dus ik belast de weg niet.” Om te laten zien dat ze heus redelijk is, doet ze niet moeilijk over accijnzen en betaalt ze voor haar boodschappen gewoon btw. Het gaat haar om de „overstroom” van belastingen waardoor ze niets meer overhoudt om van te leven. „Het systeem deugt niet. Ik wil best betalen, maar op mijn voorwaarden.” Ze is volop bezig een plek op de wereld te maken waar haar voorwaarden gelden. Op die enorme lap grond in Spanje. „Hier vind je een vrijheid die er in Nederland niet is.”
Is het gek dat ik iets van haar autonome droom terugzie bij programma’s als Ik vertrek (AVROTROS) en Het roer om (SBS6)? En valt de enorme populariteit van deze weg-uit-Nederland-tv soms te verklaren uit een vergelijkbaar, wijdverbreid sentiment? Is Nederland te af, te gereguleerd, te saai? Liggen levens te vast? Hoeveel mensen hebben een baan of functie op hun visitekaartje staan die aan een normaal mens niet meer valt uit te leggen? Wat doen we? We gaan. Weg hier.
De lol voor de kijker die niet emigreert zit ‘m erin dat er aanvankelijk meer regels, wetten, rompslomp en procedures over de vertrekkers worden gestort. En vaak in een taal die ze (nog) niet spreken. Aannemers in den vreemde komen afspraken ook niet na. Buitenlandse regen sijpelt ook door het dak. Geld raakt altijd op, waar je ook bent. En belasting moet je overal betalen.
Maar de vertrokken mens wint een wereld die we alleen vaag van vroeger kennen. Zeven jaar geleden werd de familie Freeling gevolgd in Ik vertrek. Myron zei z’n baan op als stadsontwikkelaar, Dora stopte als zzp’er in de culturele sector. Met hun twee zoontjes vertrokken ze naar Castelleone di Suasa in Italië, waar ze voor 75.000 euro een oude boerderij hadden gekocht met 1,6 hectare grond. „In Italië is het minder goed geregeld”, zegt Myron. „Dat geeft ruimte om het leven in te vullen zoals je wil.” Hè, wie hoorde ik dit nou ook zeggen?
De Freelings sloopten, bouwden, schepten en groeven. Nog nooit hadden ze zo hard en zo intensief gewerkt, zeker niet samen. Nu mogen ze zich eigenaar noemen van een camping. Zomer aan zomer met Nederlandse gezinnen die koken tussen de tenten, samen eten, praten, muziek maken. Om na een week of wat terug te keren naar het leven van voor ze vertrokken.
[unable to retrieve full-text content]
[unable to retrieve full-text content]
Hoe ongezond is het als je géén seks hebt? Twee seksuologen leggen het uit LibelleHoe voorkom je besmetting?
- Houd je hand, elleboog of een zakdoek voor je mond en neus als je niest of hoest
- Nies of hoest niet in de richting van iemand anders
- Gebruik papieren zakdoekjes, tissues of handdoekjes en gooi die na eenmalig gebruik in de vuilnisbak
- Was regelmatig je handen met water en zeep, zeker voor het eten en na hoesten, niezen of snuiten. Maak je handen daarna goed en hygiënisch droog
- Maak deurknoppen en dergelijke regelmatig schoon, was beddengoed en stoffen speelgoed op 60°C
- Ventileer woon- en slaapruimten, laat ventilatieroosters altijd iets open of zet het raam op een kier (met anti-inbraakstang of slot)
(bron: GGD Zuid Limburg)
Het aantal veebedrijven met vermoedelijk blauwtong onder de dieren is opgelopen tot meer dan 2.250. Dat is een verdubbeling ten opzichte van begin oktober.
Bij bijna 1.500 bedrijven staat de besmetting vast, bij 770 is er een ernstig vermoeden dat de ziekte is uitgebroken. Dat blijkt uit een dagelijkse update van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Begin oktober stond de teller nog op zo'n 1.100 bedrijven. Alleen in de provincies Limburg en Zeeland is nog geen besmetting op een bedrijf gemeld.
Blauwtong wordt verspreid door een klein vliegje, de zogenoemde knut, en treft vooral schapen. Koeien kunnen de ziekte ook krijgen, maar gaan er minder vaak aan dood.
Bij dieren die erg ziek zijn, kleurt de tong blauw. Verder hebben ze hoge koorts, kwijlen ze, lopen ze kreupel en staan ze met een bolle rug. De ziekte is niet overdraagbaar op mensen. In tegenstelling tot bij de vogelgriep hoeven de dieren die ziek worden niet geruimd te worden.
De eerste meldingen van besmettingen met blauwtong dit jaar kwamen in september uit de gemeenten Wijdemeren in Noord-Holland en Stichtse Vecht in Utrecht. De meldingen van verdachte en positieve locaties komen vooral uit het midden van Nederland, Noord-Holland en Friesland.
[unable to retrieve full-text content]
Vorige griepprik biedt niet altijd bescherming tegen virussen van nu, en andere redenen om prik te overwegen Eindhovens DagbladHele verhaal bekijken via Google Nieuws[unable to retrieve full-text content]
Als je binnen een van deze doelgroepen valt, is de griepprik voor jou het overwegen waard ADHele verhaal bekijken via Google Nieuws[unable to retrieve full-text content]
Vorige griepprik biedt niet altijd bescherming tegen virussen van nu, en andere redenen om prik te overwegen ADHele verhaal bekijken via Google NieuwsVoor dierenarts Eline Kamerik zijn het erg drukke weken. Het blauwtongvirus breidt zich steeds verder uit in Nederland. Bij runderen overlijden er in verhouding minder dieren dan bij schapen, maar er worden steeds meer koeien met ziekteverschijnselen geconstateerd. “Bij een zieke koe daalt de melkproductie en die melk kunnen we ook niet gebruiken voor de consumptie”, aldus Eline. Zij vertelt in de video meer over hoe je een zieke koe kunt herkennen en hoe de behandeling wordt opgestart.
[unable to retrieve full-text content]
Dertig kilometer reizen voor coronaprik: 'Niet ideaal, maar het is de fase waarin we zitten' ADHele verhaal bekijken via Google Nieuws[unable to retrieve full-text content]
Laat ik me wel of niet injecteren met Botox? Het Financieele Dagblad[unable to retrieve full-text content]
Dertig kilometer reizen voor coronaprik: 'Niet ideaal, maar het is de fase waarin we zitten' BN DeStemHele verhaal bekijken via Google NieuwsVan een ijzertekort kun je vermoeid, duizelig en kortademig zijn, maar het kan ook dat je lichaam aan het tekort gewend is geraakt en je die symptomen dus níet voelt, stelt Hans Verhoef. De voedingsonderzoeker aan de universiteit van Wageningen zag in zijn promotieonderzoek dat vrouwen heel vaak niet weten dat ze een ijzertekort hebben.
IJzer speelt een belangrijke rol in het lichaam: het vervoert zuurstof in het bloed, levert dit af bij alle organen en helpt zuurstof op te slaan in spieren. Een tekort aan ijzer leidt weer tot bloedarmoede.
De oorzaak van het ijzertekort is de moderne leefstijl. “In de tijd van de jagers en verzamelaars aten mensen vooral fruit en vlees. Vlees is een goede bron van ijzer en de vitamine C in fruit bevordert de ijzeropname,” zegt Verhoef. “Anno 2023 hanteren steeds meer mensen een dieet met minder of geen vlees. Dat vind ik een mooie ontwikkeling, maar het heeft ook gevolgen voor de gezondheid.”
Vegetariërs, en mensen in het algemeen, eten meer graanproducten. Bepaalde stofjes die daarin van nature voorkomen, remmen de opname van ijzer in het lichaam, zegt Verhoef. “Bij een plantaardig dieet krijg je dus minder ijzer binnen.”
Een vegetarisch dieet heeft een andere uitwerking op mannen dan op vrouwen, zegt Verhoef. Dat komt door de menstruatie. “Een vrouw verliest dan gemiddeld veertig milliliter bloed in enkele dagen. Maar bij sommige vrouwen loopt dat op tot honderd of zelfs tweehonderd milliliter bloed. Dat is alsof je elke maand een bloeddonatie doet.” In de oertijd was dat anders; vrouwen werden op latere leeftijd ongesteld, kregen meer kinderen, waren vaker zwanger en gaven langer borstvoeding, zegt Verhoef. “Daardoor menstrueerden ze grofweg 160 keer in hun leven, terwijl de vrouw nu zo’n 450 keer ongesteld is.”
Hoeveel vrouwen een ijzertekort hebben is onbekend. Een grove schatting is dat een kwart van de vrouwen bloedarmoede heeft. Dat gebrek aan kennis verbaast Verhoef. “Net als de weinige aandacht voor en kennis over menstruatie. We praten er niet over, lijken er geen interesse in te hebben. Als mannen dit probleem hadden, was het allang bestudeerd.”
Verhoef pleit voor regelmatige metingen op ijzertekort bij Nederlanders, vooral bij vrouwen en zeker bij zwangere vrouwen. “65 tot 80 procent van de vrouwen heeft onvoldoende ijzervoorraden om een zwangerschap zonder supplementen door te komen. Dat kan ondervangen worden door beter te monitoren. Nu wordt er tijdens een zwangerschap in het eerste trimester bloed geprikt, en daarna pas in week 30 weer. In de tussenliggende periode lopen vrouwen een behoorlijk risico om ijzertekort te ontwikkelen.”
Dat kan nadelige gevolgen hebben voor het ongeboren kind. Dat kan uiteindelijk een lager geboortegewicht hebben, minder ijzervoorraden hebben of zelf bloedarmoede hebben of op eerdere leeftijd krijgen. Maar ook voor de moeder kan het gevaarlijk zijn.
“We zien dat vrouwen met bloedarmoede tijdens de zwangerschap meer bloed verliezen tijdens de bevalling. In Nederland zien we dat zo’n 6 procent van de vrouwen een abnormaal zware bloeding heeft na de bevalling, en dat percentage is stijgend. Na de bevalling is het waarschijnlijk lastiger om borstvoeding te geven en is de kans op bloedarmoede groter. Je raakt in een vicieuze cirkel. In extreme gevallen leidt het tot de dood, hoewel dat risico in Nederland beperkt is.”
In ontwikkelingslanden wordt het ijzergehalte beter bijgehouden, stelt Verhoef, die zelf veel onderzoek doet in Malawi. “Door onderzoek waarin we zulke metingen routinematig invoeren – geen rocket science – stellen we niet alleen vast hoe groot het probleem in Nederland is en welke groepen de hoogste risico’s lopen, maar ook hoe het over de tijd verandert.”
Meer vlees eten is niet voldoende, zegt Verhoef. “IJzerpillen kunnen uitkomst bieden. Europese richtlijnen spreken elkaar tegen, maar de Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat alle vrouwen ijzerpillen zouden moeten slikken. En minder bloeden, dus minder menstrueren, helpt. Dat kan door bijvoorbeeld geen stopweek in te lassen als je de pil slikt. Betere screening, wellicht op vrijwillige basis, zou ook helpen. Vrouwen zouden meer keuzevrijheid moeten hebben, en goed geïnformeerd moeten zijn om die te benutten.”
[unable to retrieve full-text content] Krijg de pokken, zou ik bijna willen roepen Telegraaf.nl Een 'individuele keuze' over v...